haling van het, door jonge lieden, geleerde op welingerigte scholen;’ - eene herhaling, ‘bij welke zich het nuttige met het aangename paart, en er voor verscheidenheid gezorgd is.’ Wanneer een man, als suringar, zoo over zijn werk spreekt, mogen wij hem reeds op zijn woord gelooven; en het zal niemand verwonderen, dat wij dit werk aankondigen, als allergeschiktst, om het voorgestelde doel te bereiken; vooral daar, behalve den reeds genoemden verdienstelijken swart, mannen als beijer, siegenbeek, van heyningen, burggraaff, van wijk, oostkamp, trautman, goede, bake, van loghem en robidé van der aa, benevens Mevrouw van meerten en p. moens, door hunnen arbeid dit werk tot een der belangrijkste in het vak der opvoeding hebben gemaakt, op wier voortbrenging ons vaderland roemen mag. Gedeeltelijk geeft dit werk hulpmiddelen tot stellige herinnering van het op de scholen geleerde. Deze strekking hebben de stukken over de Bijbelsche Geschiedenis, Algemeene Geschiedenis, Aardrijkskunde, Beschouwing der Hemelsche Ligchamen, eenige bijzonderheden uit het Plantenrijk, e.d.m. Andere wederom hebben ten doel, om jonge lieden aan te toonen, hoe het geleerde best tot hun nut aan te wenden, zoo als onder anderen de stukken over de geregelde werkzaamheid in het algemeen, en over de voortgezette oefening in het schrijven. Gedeeltelijk ook bevat dit werk uitmuntende lessen van echte levenswijsheid, in de verschillende omstandigheden, waarin jonge lieden na het verlaten der scholen doorgaans verkeeren; hiertoe behooren: Gezondheidsregelen voor het opluikend
geslacht, over de slechte gewoonten, Raad aan Jongelingen en Meisjes, ten aanzien der verkeering en der keuze van vrienden en vriendinnen, en meer andere stukken. Als aangename verpoozing, na de behandeling van meer afgetrokkene onderwerpen, lazen wij met bijzonder genoegen het stuk over jan wagenaar, als een voorbeeld van onvermoeide vlijt en loffelijke werkzaamheid, en de fraaije omwerking voor de jeugd van Mevrouw cottin's Elizabeth, of de edele Ballingen, in dezen bundel geplaatst onder het opschrift: De edele Dochter. Ook de dichtstukjes zijn juist berekend voor het publiek, voor hetwelk zij bestemd zijn. Wij wenschen dit werkje in veler handen, en den Heere suringar aanmoediging en medewerking, om lietzelve voort te zetten, en daardoor, op het eenmaal ingeslagen spoor, nog verder jongen lieden nuttig te zijn.