iemand het geheel voor zijnen geest hebben, en de kunst verstaan, om met weinig woorden veel te zeggen, en niet duister te worden. Wij zullen dit werkje hier en daar naar dezen regel toetsen.
Bl. 1. Baetuw of Batavia. Wat men ook moge gissen over den oorsprong van den naam Batavi, uit Boetuw is dezelve zeker niet gesproten. Betuw, het zij dan bet auwe (beter landouw) het zij iets anders beteekenende, doet zien, dat men niet Boetuw schrijven moet.
De Batavieren zijn den Romeinschen Keizer Julius Cesar behulpzaam in zijne overwinningen op de Britten in Spanje, Egypte enz. Dit is onzin, misschien door de verkeerde interpunctie. Ook was Cesar geen Keizer.
Men wil, dat hij (Drusus) nog twee andere grachten naar den Rijn gemaakt heeft, met name de Does, boven en de Vliet beneden Leyden, tot Vlaardingen. Niets minder dan duidelijk.
Quintilius Varus, opvolger van Tiberius. Moet iemand dit niet opvatten, alsof Varus de derde Keizer geweest is? Voorts is het niet Teuborg, waar men gist, dat Varus geslagen is, maar Teutoborg.
Germannicus, veldheer van Tiberius II, verslaat Arminius, der Cheruscen hoofd, en neemt hunnen veldheer Sezithag, benevens zijne vrouw Rhame, dochter van Ukromir, legerhoofd der Batavieren, gevangen. Germannicus is even verkeerd als, hetgeen straks volgt, Calligula. Wat Tiberius II beduiden moet, kunnen wij naauwelijks gissen. In allen gevalle is er geen Tiberius I Keizer geweest. Dan verhaalt Strabo, VII. 1, uit welken ons die bijzonderheden bekend zijn, dat Sigimer, vader van Sesithag, veldheer der Cheruscen was, en de vrouw Rhamis heette.
Claudius behaalt de overwinning en wordt door Rome in triumf rondgevoerd. Dit is andermaal onzin. Die in triomf rondgevoerd wordt, is overwonnen.
Dit aangaande de eerste bladzijde van het Chronologisch Handboek. Wij zullen er nog iets bijvoegen, uit de helft van de tweede bladzijde.
De Batavieren helpen Julius Agricola het eiland Mona, in Brittanje, overmeesteren. Kort te voren was gezegd: Het eiland Mona wordt door behulp der Batavieren overwonnen. Het eerste wordt opgegeven op het jaar 55; het tweede op het jaar 79. Wij zullen op de jaargetallen in het algemeen geene aanmerkingen maken, gelijk het dan hier ook een ge-