Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828
(1828)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 263]
| |
acht verhalen, benevens twee andere stukken, het eene over de vriendschap der vrouwen en het andere over de zucht om als kunstenares te schitteren, welke meer uitweidingen zijn, dan doorloopende verhalen. In De familie Eerlief, of de opoffering beloond, bestaat de opoffering daarin, dat Amalia gehoorzaam berust in de verstandige, doch koele afwijzing van haren minnaar door hare moeder. Evenwel zij zorgt, dat hij zich van de voortduring harer liefde overtuigd houdt. De belooning is, dat haar vader, reeds als dood betreurd, nog gelukkig komt opdagen, en voor dochter uit de West een' bruidschat van twintigduizend guldens medebrengt. De zaak wordt daardoor geschikt en de jonge lieden een gelukkig paar. - In De stem van het geweten leert, inderdaad zonderling, eene rijke, deftige Amsterdamsche weduwe, door het beleid van eene Fransche gezelschapsjufvrouw, echte Hollandsche milddadigheid uitoefenen. Dit is juist niet zeer nationaal gedacht. Zij wordt nu zoo mild, dat neef Frederik, voor wien zij vroeger hare geheele nalatenschap bestemd had, met de helft zal moeten tevreden zijn. Deze troost zich echter met de lieve Française te huwen. - In De eerste keuze is niet altijd de beste ziet Julia, door den ligtzinnigen Willem K. verlaten zijnde, haar verlies vergoed door het aanzoek van twee minnaars, van welken zij aan Ferdinand hare hand schenkt, en eene gelukkige echtgenoote wordt. - De vriendschap der vrouwen zegt veel van de Dames, hetwelk wij niet gaarne zouden zeggen, uit vrees voor het ongenoegen onzer lezeressen. Maar misschien is geheel dit werk, en dus ook dit stuk, van eene vrouwelijke hand; er kan dus wel iets aan zijn van hetgeen hier ter neder gesteld is; het is in allen gevalle der overweging waardig, en bevat nuttige lessen. - Ofschoon het bovenschrift, Trotsche menschen zijn kleingeestig in tegenspoed, minder gelukkig gekozen is, om ons de hoofdleering van het verhaal, Hendrik Wisselhof en Nathalia Rheinwald, te doen kennen, is hetzelve nogtans, naar ons oordeel, niet het minste in dezen bundel; het waarschuwt, op eene levendige en onderhoudende wijze, tegen trotschheid, als de oorzaak van norschheid, die den mensch in de schatting van achtingwaardige menschen benadeelt, en van verkwisting, die zijne huisselijke welvaart verwoest. - Felix en Emilia, of de familie Edelhorst, maakt ons bekend met twee deugdzame gelieven, die elkander in het begin hopeloos beminnen. Onver- | |
[pagina 264]
| |
wachts, echter, verschijnt, als een Deus ex machina, de schatrijke Riesen, en schenkt, uit dankbaarheid, omdat Felix zijnen zoon uit de handen van valsche spelers gered heeft, aan dezen veertigduizend guldens. Nu wordt, zoo als van zelf spreekt, het huwelijk geklonken. - Caroline L., of de zucht, om aan ieder te behagen, maakt een meisje daarna ongeschikt, (om?) als echtgenoote gelukkig te zijn. De Hemel beware iederen braven man voor zulk eene Caroline; maar hard was ook de straf voor hare zucht, om aan ieder te behagen. - De twee laatste stukken, waarvan het eerste heet: De zucht, om als kunstenares te schitteren, maakt jonge juffers meestal ongeschikt, om huisselijk geluk te bevorderen en te genieten, en het andere, Charlotte en Anna, hebben beide hetzelfde doel, namelijk aanprijzing van huisselijkheid aan jonge lezeressen. Reeds uit de korte opgave van den inhoud zal de lezer bemerken, dat er in deze verhalen nog al wat avontuurlijks, ja onwaarschijnlijks voorkomt. Evenwel vonden wij in dezelve ook veel goeds; zij kunnen eene aangename tijdkorting verschaffen, en verdienen, wat derzelver zedelijke strekking en goeden geest betreft, onze aanprijzing. |
|