aar thuessink, en doet dit met eene bescheidenheid, die hem tot eer verstrekt. Wanneeer wij dezelve na deze laatste verklaring vergelijken, dan zullen wij zien, dat het welligt niet onmogelijk zijn zoude, beide partijen in overeenstemming te brengen. Hierover althans zal ieder opregt vriend van verdraagzaamheid zich verblijden, dat een twist, die vóór ettelijke jaren met de meeste hatelijkheid tusschen Geleerden gevoerd zou zijn, thans alzoo behandeld wordt, als het den regtschapen beoefenaar der wetenschappen, die nimmer ophoudt mensch en Christen te zijn, betaamt.