gansch Duitschland, met uitzondering van Oostenrijk, is als 't ware opgetreden, om luister bij te zetten aan zoo vermaard een feest.
's Daags te voren waren alreeds eenige voorloopige plegtigheden de feestviering voorafgegaan; en naauwelijks was de heugelijke dag verschenen, of verschillende muzikale vereenigingen kwamen een groot Concert uitvoeren onder de vensters van den Kanselier. Weldra begaf zich een groote toeloop van ingezetenen en vreemdelingen naar zijne woning, om hem hunne hulde te betoonen; onder welke Afgevaardigden der Universiteiten en andere geleerde ligchamen van Pruissen en onderscheidene gewesten van Duitschland. Bisschoppen, Staatsministers waren opzettelijk van Berlijn gekomen, om het feest meer plegtigheids bij te zetten. De Afgevaardigden der Universiteit van Halle boden hem een gedicht aan, in de taal van virgilius; de Theologische Faculteit bewees hem hare hulde door eene welgepaste rede; de eerste Magistraatspersoon der stad, aan het hoofd eener Commissie van aanzienlijke medeburgers, vereerde hem eene zilveren kroon, welker keurige bewerking de eiken kroon verbeeldde, het loon van burgerdeugd; het Genootschap, bekend onder den naam van dat van franck, schonk hem eene gouden medalje, voor dit feest geslagen, wier Latijnsch opschrift de diensten, door niemeijer aan hetzelve bewezen, vereeuwigt; de voornaamste Authoriteiten des lands, eindelijk, aan deze treffende plegtigheid het hunne willende toebrengen, zonden desgelijks Commissien aan den eerwaardigen Kanselier. De Rector Magnificus bood hem, namens een groot aantal openbare ambtenaren, eene zilveren vaas aan, met een opschrift, hunne erkentenis uitdrukkende voor de zorgen, door den Grijsaard aan de jonge lieden betoond, aan zijne leiding toevertrouwd. Eene andere vaas, een heerlijk werkstuk uit de Berlijnsche porseleinfabrijk, werd hem door zestig Mecklenburgers vereerd, voormalige kweekelingen aan de Universiteit van
Halle, als een onderpand van teeder aandenken aan zijne vaderlijke zorge.
Thans verandert het tooneel. De held van het feest werd, in groote staatsie, en omringd van een' schitterenden stoet, geleid naar de ceremoniezaal der Universiteit. Hier ontving hem de tachtigjarige Hoogleeraar schutz met eene rede. Een brief van gelukwensching van den Koning van Pruissen werd hem, door den Curator der Universiteit, overhan-