Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1827(1827)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De poedel. Het is bekend, dat poedelhonden Vaak trouw en leerzaam zijn bevonden, En 't blijkt ook nu weêr in 't geval, Dat ik hier kort verhalen zal. Een oude vrijer in de stad, Die, naar 't gebruik van veel dier ouden, Geen huisgezin verkoos te houden En keukenmeid noch lijfknecht had, Bezat een' trouwen poedelhond, Een beest met ongewone gaven; Want daaglijks op den middagstond Zag men hem naar de herberg draven, Waar hij den spijskorf vaardig vond. Men zette dien slechts voor hem neêr; Dan droeg hij ijvrig, naar behooren, En zonder zich aan iets te storen, Het middagmaal naar zijnen heer. Hieraan was 't beest sinds lang gewend; Hij was bij heel de buurt bekend; Zijn doen kon dus geen opzien wekken, En ongemoeid liet men hem trekken. Maar zekren dag, toen weêr de hond Zich met den korf op weg bevond, Om naar zijn' meester dien te dragen, ('t Beproevingsuur had toen geslagen) Kwam, door den reuk der spijs bekoord, Een bende honden hem omringen, Die, door den honger aangespoord, Weldra den etenskorf bespringen. De trouwe poedel raakt in nood; Hij wil den spijskorf wel verweren, Maar. schoon hij allen weêrstand bood, [pagina 548] [p. 548] Wat raad hen allen af te keeren? Want de overmagt is al te groot. Hij neemt toch spoedig zijn besluit (Men viel reeds gretig op den buit): Hij zet den zwaren spijskorf neêr, En bijt, ('t zij tot zijn' lof geschreven) Toen meer geschikt tot tegenweer, Alleen, stoutmoedig tegen zeven. Maar, daar hij vruchtloos weêrstand biedt, En allen gulzig vreten ziet, Denkt hij in 't eind: Wat kan 't mij baten? Mijn dapperheid is toch om niet; 'k Moet hun den korf ter prool wel laten. Kom, troosten we ons in dit verdriet! 'k Zal naar 't geval mij maar wat schikken, Dat dunkt me in dezen nood het best, En ook mijn portie binnenslikken. - Toen vrat hij meê, gelijk de rest. Heeft men in menig' staat, misschien, Ook poedels van die soort gezien? Uit het Hoogduitsch. van starkenborgh stachouwer. Vorige Volgende