Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1827
(1827)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 544]
| |
eerste zonde, herhaalde malen gezegd: ‘De vervloekte slang (serpent), de slang, die het verderf van zoo vele menschenkinderen heeft te weeg gebragt!’ Een serpent, geen Boa, maar een dier kunstenaars en surplis, die, muzikanten uit al hunne magt, somwijlen de ooren der geloovigen als verscheuren, - dusdanig een serpent stond eensklaps op, en, den eerwaardigen pastoor in de rede vallende, riep uit: ‘Ik het verderf van deze gansche vergadering veroorzaakt! Weet, dat ik sinds 50 jaren, dat ik serpent ben, van vader tot zoon, nooit eenig sterveling het minste leed heb gedaan! Ik ben, wel is waar, slechts serpent, maar ik ben een eerlijk man; dat ieder spreke, die durft!’ - Den pastoor, die vruchteloos poogde hem de voldoendste verklaring te geven, uitgescholden hebbende, werd de ligtgeraakte serpent voor de regtbank geroepen, en tot twee dagen gevangenisstraf veroordeeld, aangezien (dus luidt het vonnis) het wel geoorloofd is, onwetend te zijn, maar geenszins, iemand te beleedigen, en de openbare godsdienstoefening te verstoren. - Deze koddige zaak heeft gediend voor het Tribunal de simple Police de Fontaine-lebeau, Seine-Inférieure. |
|