De doorluchtige schoolkameraad.
Voor den Lord Sherif van Holl werd een straatroover gebragt, en ter dood verwezen. Bij het voorafgegaan onderzoek had de Lord in den ongelukkigen een' zijner oude schoolkameraden ontdekt; en hij kon zich niet weêrhouden, bij hem naar nog eenige andere gezellen zijner jeugd te vernemen. ‘Ach, Mylord!’ antwoordde de roover met een' diepen zucht, ‘zij zijn reeds allen opgeknoopt, behalve gij en ik.’