Hertogin van berry. - Eene andere vrouw, minder jong en meer gezet, de Hertogin van angoulême, sluimert van tijd tot tijd, met de armen over de borst geslagen. Zij heeft den stemval van wijlen den Koning, haar' Vader. Men weet, dat lodewijk XVI, die eene zware stem had, gewoonlijk op een' norschen toon en kortaf sprak. Dit waren de toenmalige Hovelingen gewoon zijn coup de boutoir te noemen. Zelfs in de zaal der Koningin, te Versailles, beschreef men op die wijze den toon, waarop de Koning zich uitdrukte. Sedert het Regentschap van den Hertog van orleans stellen de personen, die gewoon zijn aan het Hos te worden toegelaten, er eene eer in, om zeer gemeenzaam te spreken over de leden der Koninklijke familie. Zij trachten zich daardoor met hen, als 't ware, op een' gelijken voet te stellen.
De twaalf of vijftien personen, die zich elken avond naar den Koning begeven, maken tegenwoordig het Hof uit. Vóór de Omwenteling begaf zich de geheele Adel in Frankrijk, als om strijd, naar Versailles; maar de vrome stemming van de meeste der tegenwoordige leden van het Koninklijk geslacht deed hen zich meer afzonderen, en zet een zeer statig voorkomen bij aan hunne bijeenkomsten. De talrijkste bestaan slechts uit een twintigtal personen, die bijna allen door meer of min aanzienlijke jaarwedden aan hen verbonden zijn.
Mevrouw de Hertogin van angoulême is de eenige, die van tijd tot tijd over staatkundige onderwerpen spreekt. Daar zij de beraadslagingen van de Kamer der Pairs leest in den Moniteur, vraagt zij somwijlen, aan tegenwoordig zijnde personen, hun gevoelen nopens de eene of andere aanspraak, door een' der liberale Pairs gedaan. Doorgaans antwoordt men haar, uit eene lafse toegevendheid voor de gevoelens, die men bij haar vooronderstelt, dat de aanspraak slecht is; maar de fiere geest dier Vorstin laat haar niet toe, die soort van vleijerij aan te nemen, en zij antwoordt niet zelden: ‘Gij bedriegt u, Mijnheer! de aanspraak is zeer goed.’
De zachtzinnige geaardheid en de wellevende manieren van karel X temperen de somberheid dier avondbijeenkomsten eenigermate. Daar men, napoleon aansprekende, hem Uwe Majesteit noemde, zoo meende lodewijk XVIII, dat deze benaming ontheiligd was geworden, en men had derhalve het gebruik ingevoerd, om hem niet dan in den derden