ter haar - op het titelvignet. Daar zij kort daarop sterft, zal de brave jongeling nu wel niet langer geslingerd worden, maar zijne hand geven aan de lieve, nederige deugd; het belangrijke meisje, dat wij reeds vroeger leeren kennen, en hetwelk hij nu, juist van pas, weder aantreft aan het sterfbed der betooverende schoonheid. Wij twijfelen geenszins, of een vervolg geeft daarvan het noodig en uitvoerig berigt: op dit vervolg geeft de Schrijver, en wel nog vóór het einde van dit jaar, hoop. - Wij beklagen de schoone dochter, waarvan zoo veel voortreffelijks had kunnen worden, en waarvan zoo geheel niets werd, door de leiding eener uiterst verstandelooze moeder. Wij wenschen den Schrijver geluk, dat hij de moeijelijke beschrijving van een zoo uiterst zeldzaam en waarlijk nietsbeteekenend verachtelijk vrouwspersoon heeft ten einde gebragt.