tal der voornaamste vaste starren voor den 1sten Januarij 1827, en de daarnevens geplaatste onderrigting van het gebruik, dat men van deze opgaven maken kan, om die sterren te leeren kennen; de verklaring van het denkbeeld van middelbaren en waren tijd, en het gebruik, dat van beiden gemaakt wordt, enz. enz. maken dit werkje van hooger waardij en algemeener nut. De opgave van een groot aantal plaatsen uit ons vaderland, ten aanzien van derzelver breedte en lengte, en afstanden, in uren gaans, van de drie hoofdplaatsen des rijks, (Amsterdam, 's Gravenhage en Brussel) zijn tot gemak des reizigers dienstig; de bepaling van het haventij, of den tijd van hoog water op de dagen van nieuwe of volle maan, met de bijgevoegde onderrigting over de berekening van den tijd van hoog en laag water, en de tafel van de betrekkelijke hoogten der springtijen aan de Nederlandsche kusten, brengen aanmerkelijk toe, om het nut van dit boekje meer algemeen te maken.
Het tweede gedeelte, of meer algemeene wetenschappelijke mededeelingen, tot verspreiding van nuttige kennis en aankweeking van de zucht tot wetenschappelijke beschaving, kan men eenigermate rekenen een' aanvang te nemen met de tafel, welke eenige opgaven betrekkelijk het zonnestelsel bevat, en die door eenige berigten aangaande de Satellieten van Jupiter, Saturnus en Uranus, en andere algemeene Geographische en Astronomische opgaven (als b.v. van de lengte van den radius der pool en van den aequator, van de suelheid van een vrijvallend ligchaam op verschillende plaatsen en het uitwerksel der middelpuntschuwende kracht, enz.) wordt gevolgd. Hierop vindt men eene ontwikkeling van het tiendeelige stelsel voor maten en gewigten, waarbij hetzelve zoo voor lengte als inhoudsmaat, voor drooge en natte waren wordt uitgelegd en van de noodige tabellen en herleidingstafelen is voorzien, en de overeenkomst van hetzelve met de decimale rekening en beider gemakkelijkheid duidelijk en onderrigtend wordt aangetoond. Uit het daar achter geplaatste berigt over het muntwezen in het algemeen, en het nieuwe Nederlandsche muntstelsel in het bijzonder, kan men zich een duidelijk denkbeeld vormen, zoo wel van de oudere manier, om het gehalte der munten uit te drukken, als van de verbetering, hierin door de nieuwere verdeeling aangebragt, van de wijze van munten, en van de intrinsique en nominale waarden der geldstukken. Het volgende hoofdstuk bevat de Statistiek; het geeft de bevolking van elke provincie op, het getal van stedelingen en landbewoners in elke provincie afzonderlijk, benevens de verhouding van het aantal inwoners van het vrouwelijk geslacht met die van het mannelijk, het aantal sterfgevallen, huwelijken en geboorten, enz. enz. Ook vindt men hier eene tabellarische opgave van de sterfte op onderscheiden ouderdom binnen Amsterdam voor verscheidene jaren, welke voor hen, die in deze onderwerpen belang stellen, bijzonder belangrijk moet zijn; het groote