die door de stormen der Omwenteling uit zijnen engen kring van Christenleeraar eensklaps op het groote tooneel onzer Staatsvergaderingen geplaatst werd, en in alle betrekkingen steeds gematigdheid en verdraagzaamheid met al de kracht eener onopgesmukte en toch treffende welsprekendheid verdedigde, verdiende deze hulde, hem door zijnen veeljarigen vriend, den hoogverdienstelijken siegenbeek, toegebragt. Eenvoudigheid en kracht, helderheid en orde zijn de kenmerkende trekken van kantelaar's talent als Redenaar; gelijk rondheid en matiging, zucht voor de vrijheid en liefde tot het vaderland, zedelijkheid en onbaatzuchtigheid hem als Mensch en Burger onderscheidden. Zulk eenen man hoort men gaarne, hetzij hij, gelijk in dezen bundel, redent over den invloed der ware verlichting op het lot der Vrouwen en het Huwelijks geluk, hetzij hij aantoont, dat onkunde de bron is van onverdraagzaamheid, of eene sierlijke Lofrede houdt op den laatsten van het geleerde geslacht der schultensen, hetzij hij, eindelijk, in onze Staatsvergaderingen, zich met kracht verheft tegen het afvorderen van politieke geloofsbelijdenissen, of zich met ijver verklaart voor de geheele afscheiding van Kerk en Staat. Zeker dragen zijne stukken, op sommige plaatsen, de duidelijkste blijken van den geest des tijds, in welken zij werden uitgesproken. Zoo verdiept hij zich, in de eerstgenoemde Redevoering, geheel in den hersenschimmigen droom van de oorspronkelijke gelijkheid der menschen, en van de goudeeuw, die op aarde bloeide, zoo lang die gelijkheid bestond; en waarlijk, thans, nu dat zoo dikwijls met geestdrift uitgesprokene woord, door in onbruik te geraken, eenigermate deszelfs tooverkracht voor onze ooren verloren heeft, glimlagchen wij om die dweeperij, meer eenen Dichter dan eenen Staatsman voegende, en zegenen de ongelijkheid der menschen, door welke alleen de maatschappijen kunnen bestaan;
terwijl wij ons verhoovaardigen op dat hooggeschatte erfdeel, ons door de omwentelingen nagelaten, de gelijkheid van allen voor de wet. Maar ook daar, waar de geest eens door stormen beroerden tijds uit hem spreekt, blijven wij den Mensch, den Burger beminnen, die ook toen altijd het spoor der zedelijkheid en gematigdheid betrad.
Het is jammer, dat wij in dezen bundel ook geene meerdere proeven vinden opgenomen van kantelaar's talent