van zijne goede gewoonte af, om ons de Poëten bij het paar te leveren? hij moet niet verslappen in het goede) eenen anderen Lierzang, Cornelia, de Moeder der Gracchen, welke ons veel te geschiedkundig is; c. de koning, lz. insgelijks eene Ode, Tyrus, welke hare verdiensten heeft, ofschoon coupletten als het volgende, door het eeuwig geklikklak van als en gelijk, alles behalve lyrisch zijn:
Zoo stondt gij eeuwen als een rots,
En waart gelijk een zetel Gods,
Met gouden glans omtoogen.
Gij spraakt gelijk een oppervorst,
Die de aarde als op zijn schouders torscht,
Als waart gij 't Alvermogen.
Verder vinden wij hier twee stukjes van lulofs; het eerste een Toast op 's Konings Verjaardag, van geene blijvende waarde, en het tweede een Geldersch Avondtafereeltje, dat ons, door zachtheid en bevalligheid, weder met den Toastinsteller verzoent; insgelijks twee stukjes van warnsinck, een regt hartelijke weêrklank op het Volkslied van willems, in den vorigen jaargang geplaatst, die ons beter bevalt dan de klank zelf, waarvan het de Echo is, en een lief versje, Rijkdom getiteld. Wiselius bezingt, naar den Bijbel, op eene waardige wijze, het Vertrouwen op God; en p.l. den beer boezemt Gedachten aan den Dood uit, welke door het staande rijm, nimmer van het slepende afgewisseld, en den Alexandrijnschen vorm, zich in een aantal met elkander niet verbondene distichen schijnen op te lossen. Kinker gaf een los stukje, alleen met *** ten opschrift, waarin hij ons den oorsprong der zelfzucht, of van het egoïsme, uit de ikheid en niet ikheid tracht kenbaar te maken; en Mejufvr. moens een' Droom, in haren bekenden trant, welke een geheel andere is dan die van den hier voor het eerst ons ontmoetenden langereis, die staatkundig gedroomd heeft over de hooge waarde van het genot der Vrijheid: de eerste is soms wel eens wat kwistig met al te fraaije woorden; de laatste heeft dit zwak niet, blijkens dit coupletje:
Een droom is veeltijds zonderling,
En soms ter degen aardig;
En hoe men ook dit denkbeeld wraak',
Hij is, om 't hoog gewigt der zaak,
Soms zeer opmerkenswaardig.
Dat heet eerst poëzij! Meerder smaak hadden wij in de Klagt