Eene tot dusverre onvermelde, maar echte dagorder van Bonaparte.
Men verhaalt, dat Keizer napoleon, na zijne onttrooning, op den wenk van een' zijner meest vertrouwden, dat men verwacht had, dat hij zichzelven te Fontainebleau zou hebben van kant gemaakt, hebbe uitgeroepen: ‘Een verliefde pruikmaker zou zulks gedaan hebben!’ Niet zeer poëtisch, inderdaad, was deze uitroep! Chénier, echter, in zijne Redevoering over den toestand der (Fransche) Letterkunde, noemde hem den schepper eener nieuwe soort van welsprekendheid, de krijgskundige namelijk. Ten bewijze van deze stelling vonden wij de navolgende opmerkelijke Dagorder van bonaparte aangehaald:
‘De Granadier groblin heeft zichzelven om het leven gebragt van wege eenen minnehandel. Hij was, voor het overige, een goed sujet. Dit is het tweede voorval van dezen aard, sinds eene maand, bij het corps voorgevallen.
De Eerste Consul beveelt, dat het navolgende bij de Garde aan de orde van den dag worde gesteld:
Dat een soldaat de smart en de zwaarmoedigheid der hartstogten moet weten te overwinnen.
Dat er evenveel ware moed gelegen is in met standvastigheid de smarten der ziel te verduren, als onder het schroot eener batterij onbewegelijk stand te houden.
Zich, zonder wederstand te bieden, over te geven aan het verdriet, zich te dooden om zich aan hetzelve te onttrekken, is, het slagveld verlaten, vóór dat men de overwinning behaald hebbe.
Gegeven te St. Cloud, 22 Floréal, het Xde Jaar der Republiek.
(Get.) bonaparte. (Gecontrasigneerd) bessières.’