Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826

Een blik op Noord-Amerika.

Noord-Amerika is, over het algemeen, een land, dat vele voorregten bezit, zonder door nadeelen van eenig bijzonder belang gedrukt te worden. De Amerikanen hebben eene goedkoope regering en slechte wegen. Zij betalen geene tienden, en hebben postwagens zonder veren. De armen zijn vrij van belasting, en er bestaan geene monopoliën; maar de herbergen zijn slecht, en de reizigers worden gedurig met vragen lastig gevallen. Zij hebben geene kunstverzamelingen, maar ook geenen Lord-Kanselier, en kunnen procederen, zonder zich daarom noodwendig arm te maken. Zij kunnen geene Latijnsche verzen maken; maar zij besteden aanzienlijke sommen tot het onderwijs der armen. In alle deze dingen verdienen de Amerikanen grooten lof. Mogten zij zich nooit door de geringe voordeelen, welke hunne fregatten in den laatsten oorlog behaald hebben, laten verleiden, om in krijg en oorlogsroem vermaak te scheppen! Zij zouden zeer veel onheil over hun land brengen, indien zij, door zucht naar roem verleid, zich opgewekt gevoelden tot het voeren van andere oorlogen, dan die, welke uit het besluit ontstaan, om geene ernstige beleediging of onregt te dulden. Wij (Engelschen) kunnen, helaas! hun zeggen, welke de gevolgen van oorlogsroem zijn. Belastingen op alles, wat in den mond komt of het ligchaam dekt, of waarop de voet treedt; belastingen op alles, wat aangenaam is te zien, te hooren, te rieken, te voelen, te smaken; belastingen op warmte, licht, beweging; belastingen op alles op de aarde, in het water en onder de aarde, - op alles, wat het land oplevert of van buiten wordt ingevoerd; belastingen op de ruwe bouwstoffen; belastingen op elke nieuwe verandering,

[p. 679]

die door menschenhanden wordt daargesteld; belastingen op den drank, die 's menschen eetiust opwekt, en op de medicijnen, die hem genezen, - op het hermelijn, waarmede de regter bekleed is, en op de koord, waaraan de misdadiger wordt opgehangen, - op het zout van den armen en op de specerijen van den rijken, - op de nagels der doodkisten en op den krans der bruid. Op onze legersteden, aan onze tafels, liggende of staande moeten wij betalen. De schoolknaap speelt met zijn' belasten drijftol. De jongeling leidt een belast paard met belaste teugels over belaste wegen. De stervende Engelschman drinkt de artsenij, die voor zeven percent belast is, uit een' lepel, die voor vijftien percent is belast; hij legt zich neder op zijn bed, dat voor tweeëntwintig percent belast is, maakt zijn testament op een gezegeld papier van acht pond st., en sterft in de armen van den apotheker, die voor honderd pond het verlof heeft verkregen, hem te doen sterven. Dadelijk wordt zijn geheel vermogen van twee tot tien percent belast. Tegen eene aanzienlijke belasting vergunt men hem, zich in de kerk te laten begraven; zijne deugden worden in een belast marmeren gedenkteeken gegraveerd, en zoo wordt hij, eindelijk niet meer belast, tot zijne vaderen verzameld!