sommige dagen geoorloofd te wandelen, of liever te loopen, in de tuinen van den Harem. Deze korte oogenblikken van vrijheid veroorzaken bij haar eene blijdschap, die vaak tot buitensporigheden overslaat; niet zelden gebeurt het bij die gelegenheden, dat zij de tuinen geheel verwoesten: men vergunt haar om die reden maar zelden den toegang tot dezelve.
Men geeft aan die jonge slavinnen van den morgen tot den avond bezigheid, nu eens met de naald, dan weder met het nemen van lessen in de danskunst, de muzijk, talen, en de schrijfkunst. Maar deze kundigheden, die in de zamenleving haar zoo nuttig zijn, en haar zulk eene aangename verpoozing van andere bezigheden opleveren, schenken weinig genoegen en asleiding in die sombere verblijven, waar, door bestendige opsluiting, de zucht tot ontwikkeling der vermogens te eenemaa! onderdrukt wordt.
De Cadunes hebben het opzigt over de Odalisken, en geven aan de Cadun-Kiaia (aldus wordt zij genoemd, die, als Gouvernante, het oppertoezigt over de slavinnen heeft) berigt van de geringste overtreding, welke zij tegen de bestaande verordeningen begaan. De overtredingen of misdaden, die in den Harem het meest gepleegd worden, komen gewoonlijk voort uit plotselinge aanvallen van toorn, uit eene vlaag van jaloezij, of uit meer verschoonlijke zwakheden; want, ofschoon de slavinnen niet dikwijls in de gelegenheid zijn, zich met gesnedenen op te sluiten, hebben zij echter somwijlen het ongeluk, voor die ellendige verzoeking te bezwijken. Die misdaad wordt met den dood gestraft. Alsdan wordt de schuldige in een' zak, welks bodem met steenen bedekt is, gebonden, naar het uiterste einde van het Serail gedragen, en in eene ranke boot gelegd, die met een touw vastgehecht is aan eene kleine roeigalei, op welke zich Bostangi's (arbeiders in de tuinen van den Sultan) bevinden. Deze doen, door herhaalde slingeringen, de boot zinken, en geven alzoo de ongelukkige, die terstond verdwijnt, aan de golven ter prooije. Voor misdaden van minder belang worden zij gestraft met stokslagen onder de voetzolen. Deze straffen worden door de vrouwen uitgesproken, ja somtijds door de meesteressen der slagtoffers, die weinig toegevendheids gebruiken omtrent mededingsters, voor welke zij altijd moeten vreezen. Inderdaad, een oogopslag van den Sultan is genoeg, om de slavinnen tot den rang harer gebiedsters te verheffen. Zoodra hij bij eene zijner vrouwen in de kamer treedt, schieten de