Eenige bijzonderheden, aangaande Tunis.
Ik bevond mij op de haven van Marseille, en zag een Brigantijn, die zich gereed maakte om naar Tunis af te zeilen. Onwillekeurig beving mij de lust, om die stad te bezigtigen, en ik nam de eerste gunstige gelegenheid waar, om mij derwaarts te begeven.
Men stelt zich doorgaans eene reis naar Barbarije als een' togt van groot belang voor; dit is echter zoo niet, en voor weinig kosten ziet men in een kort tijdsbestek vele gedenkteekens, menschen en stranden, die alle onze opmerking verdienen.
Ik heb een bezoek afgelegd bij onzen Consul-generaal, den Heer guys, die mij in staat stelde, om volkomen veilig en op eene zeer aangename wijze in dit land te reizen.
De belastingen worden in dit koningrijk, of, wil men liever, in deze republiek, want de staatsinrigting heeft hier een' gemengden regeringsvorm, geheven door een leger, hetwelk de schatpligtigen tot betaling dwingt, en tweemaal 's jaars de belastingen int van de Christenen, Joden en Arabieren.
Ik heb mij met een dier legers op weg begeven, en ben hierdoor in de gelegenheid geweest, om mij naauwkeurig bekend te maken met de zeden, den grond en deszelfs voortbrengsels, en de gebeurtenissen van dit land. Ik stelde mij niets dan dorre zandwoestijnen voor, en was dus niet weinig verrast, toen ik integendeel bekoorlijke valleijen en zeer schilderachtige landouwen zag. De grond is uit zijn' aard zeer vruchtbaar; maar de strooptogten der Bedouïnen schrikken den landman af, denzelven behoorlijk te bebouwen, en men ziet op de velden bijna niets dan rogge en rijst.
Ik heb het strand bezocht, waar karel V aan land stapte, bij gelegenheid van zijnen togt naar Afrika. Met aandoening heb ik vertoefd op de plaats, waar de H. lodewijk het leven verloor. Ik heb mij, gelijk weleer marius, nedergezet op de bouwvallen van Carthago: ik had dezelfde reden niet als hij, om mij in gepeinzen te verdiepen; ik kon mij echter niet onthouden, mij toe te geven in wijsgeerige bespiegelingen aangaande deze naauwelijks meer zigtbare overblijfselen van de trotsche mededingster van Rome. Ik zocht, maar vergeefs, de zuilen van die terras, waar eneas aan dido zijne rampen verhaalt, en ik konde den