De gelukeige doctorale roes.
Zeker Arts werd, onverwacht, van eene vrolijke partij, waar de flesch drok was rondgegaan, gehaald bij een éénig kind van drie jaren, dat, plotseling door eene ongesteldheid overvallen, met een koortsig-rood aangezigt, bewusteloos lag te rogchelen. De Dokter voelde den pols, schudde het hoofd, voelde zijnen eigenen pols, en zeide eindelijk: ‘Het knaapje is dronken.’ De verbaasde moeder weifelde, en gaf zelfs van verre te verstaan, dat zij deze uitspraak zelve als het uitwerksel van dronkenschap beschouwde. De Dokter