Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826
(1826)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 359]
| |
voormalige toehoorders, heeft, op mijn verzoek, dit middel ook gebruikt, en daarvan goede uitwerkingen gezien. A.l., vrouw van j.m., oud 53 jaren, moeder van 8 kinderen, leed meer dan 20 jaren aan vallende ziekte, haren oorsprong gevonden hebbende in schrik, doordien zij iemand zag, die aan de vallende ziekte leed. De minste schrik of angst was genoeg, om haar geweldige aanvallen te doen krijgen; terwijl zij, bij groote rust en zorg, om alle onaangenaamheden te vermijden, gedurende alle die jaren geenen langeren vrijen tusschentijd gehad heeft dan veertien dagen, maar gewoonlijk dagelijks een, twee of meerdere aanvallen moest doorstaan, ja zelfs soms twintig aanvallen in 24 uren had, waardoor zij gedurende dien ganschen tijd niet bij hare kennis was. Zij had zeer vele middelen, doch vruchteloos, gebruikt. In November 1824 deed ik haar een dr. p. rad. Art. vulg. met warm bier gebruiken, en warm bier nadrinken, nadat zij een toeval had gehad, gelijk ook den volgenden dag een gelijk poeder na een' aanval gebruikt werd. Hierop volgde een sterk zweet; dan, zij kreeg desniettegenstaande den volgenden dag weder een' aanval, en gebruikte nog een dr. Na dezen tijd, echter, is deze zieke sedert meer dan een half jaar van alle aanvallen bevrijd gebleven. ‘A.w.b., Wed. a.f., oud 80 jaren, moeder van 13 kinderen, gedurende haar gansche leven vrij gezond geweest zijnde, had vóór 28 jaren, door schrik, vallende ziekte gekregen, en sedert al dien tijd een of twee aanvallen daags gehad; terwijl de langste vrije tusschentijd eene week bedroeg. Vruchteloos had zij, jaren lang, middelen tegen deze kwaal aangewend. Ik gaf haar twee malen de Artemisia met warm bier, en liet haar warm bier nadrinken; hierop volgde een sterk zweet, en zij is nu sedert 6 weken van alle aanvallen volkomen bevrijd. E.p., oud 14 jaren, leed dezen winter aan kinkhoest, en, nadat deze bedaard was, werd zij plotseling door epileptische toevallen aangetast, welke zoo spoedig toenamen, dat zij soms uren achtereen bewusteloos lag. | |
[pagina 360]
| |
Deze toevallen in den beginne niet ziende, en mij alleen als benaauwdheden door de omstanders afgeschilderd zijnde, gaf ik het sal. sedativ. Hombergii. Naderhand ziende, dat het ware Epilepsie was, schreef ik beurtelings de aether sulph. alcoh. en andere nervina en anthelmintica voor, zonder eenig goed gevolg. Integendeel zag ik dagelijks den dood voor oogen. Ik besloot hierop de Artemisia voor te schrijven, en wel even zoo als in de beide voorgaande gevallen na een toeval, waarop een sterk zweet volgde. Nadat de patiënte drie drachmen gebruikt had, was zij volkomen hersteld, zoodat zij nu sedert 14 weken hare vorige gezondheid volkomen heeft teruggekregen, en in al dien tijd geen toeval weder gehad heeft. P.l., Wed. k.j., thans 75 jaren oud, moeder van 5 kinderen, die zij zelve heeft gezoogd, van een zeer driftig en oploopend gestel, had gedurende haar gansche leven aan onderscheidene ziekten en ongesteldheden gelaboreerd, voornamelijk nu sedert 20 jaren aan bloedspuwingen, met welke ziekte zij somtijds ééns, somtijds twee malen 's jaars bezocht wordt. Vóór ruim 30 jaren, echter, kreeg zij, door schrik, het eerste toeval van Epilepsie, welk toeval zich dadelijk herhaalde, als zij slechts door de minste aandoening geschokt werd, hetgeen bij een zoodanig temperament als het hare maar al te veel plaats vond, waarom zij ook nu om de drie, dan om de twee dagen, ja ook wel elken dag aan dezelve leed, en wel in eenen zeer hoogen graad. Na vele jaren te vergeefs alle middelen te hebben aangewend, gaf zij de hoop op herstel van deze ellendige kwaal geheel op, tot dat zij in het laatst van Januarij 1825, als naar gewoonte, weder met haemoptysis onder mijne behandeling kwam, en ik haar, na hiervan eerst hersteld te zijn, de Artemisia voorschreef, om tot de hoeveelheid van een dr., na het afloopen van een toeval, met warm bier te nemen, en zich hierop te bed te leggen, en warm bier te blijven drinken. Na aldus drie dr. te hebben gebruikt en sterk gezweet, zijn de toevallen geheel weggebleven; en zij is nu ruim een half jaar bij uitstek gezond geweest, | |
[pagina 361]
| |
zonder iets van hare epileptische toevallen te hebben ondervonden. J.b., oud 12 jaren, zeer zwak van verstandëlijke vermogens, ja soms geheel krankzinnig, kwam niet eene ligte ongesteldheid onder mijne behandeling, waarvan hij spoedig genas. Op het einde van deze ziekte beklaagde de moeder zich tegen mij, dat dit ongelukkig kind niet alleen krankzinnig was, maar ook nog daarenboven veelmalen aan vallende ziekte leed, zoodat hij nog den vorigen dag met de eene hand in het vuur was gevallen. Ik schreef scr.11 p. rad. Artem. voor, op de gewone wijze te gebruiken; hier echter met dat ongelukkig gevolg, dat het kind na het gebruik daarvan zoo razend werd, dat twee menschen naauwelijks in staat waren hetzelve in het bed te houden, en de toevallen nog heviger dan te voren terugkeerden; weshalve het vermogen der Artemisia niet voor de tweede maal werd beproefd. A.k., oud 39 jaren, genoot altijd eene vrij goede gezondheid, tot dat zij op haar 28ste jaar hare moeder door den dood verloor. Bij deze gelegenheid schrikte zij zoodanig, dat zij dadelijk epileptische toevallen kreeg, welke zich om de twee, drie, vier of vijf dagen herhaalden, en wel zóó, dat de langste vrije tusschentijd eené week was. De accessen duurden een half uur, en de toevallen waren menigvuldiger, als zij veel verdriet had, en zich in ongunstige omstandigheden bevond, hetgeen zeer dikwijls plaats greep, daar zij in zeer armoedige omstandigheden verkeerde. Ik beval haar eene dosis van een dr. Artemisia, telkens na een toeval, of, wanneer zij het lang genoeg vooruit gevoelde, dan vóór hetzelve in te nemen. Zij beloofde mij dit; maar de armoede belettede haar, bier te koopen, zoodat zij het poeder drie malen met melk innam, en de toevallen noch in hevigheid, noch in aantal verminderden. Ik gelastte haar nogmaals, successivelijk drie malen telkens een dr. met bier te gebruiken, hetgeen nu ook gebeurde, en waarna de toevallen sinds negen weken geheel gezwegen hebben, niettegenstaande zij in dien tijd veel verdriet en kommer ge- | |
[pagina 362]
| |
leden heeft. - Alle mijne patiënten hebben, na het gebruik der Artemisia, sterk gezweet.’ Minder gelukkig was het volgende geval: ‘W. de B., oud 45 jaren, van een bloedrijk gestel en eene rijzige gestalte, in vroegere dagen, en ook later, behalve de vallende ziekte, eene goede gezondheid genietende, leed sedert vele jaren aan deze ellendige kwaal, ten gevolge van stuipen, welke hij in zijne vroege jeugd gehad had, en in de laatste jaren wel zoodanig, dat hij thans niet meer in staat is, zijne gewone bezigheden als metselaar te verrigten, en dat zijne geestvermogens aanmerkelijk beginnen te lijden, en hem eene zekere stupiditeit en lamheid eigen wordt, welke men meermalen bij zulke menschen ontwaart. Na vergeefs vele middelen beproefd te hebben, als nervina, anthelmintica enz., schreef ik hem eindelijk een dr. p. rad. Artem. voor, op de gewone wijze na het acces te gebruiken, en wel na drie achtereenvolgende toevallen. Hij zweette hierna telkens sterk, maar de toevallen verminderden geenszins in hevigheid, zoodat ik besloot, het voorschrift van drie dr. voor drie giften te herhalen; doch ook dit is zonder goed gevolg gebleven, en de toevallen hebben zich even boosaardig als te voren herhaald.’ De tot dusverre opgegevene gevallen had ik reeds in den verleden zomer ontvangen. Heden, op den 5 Maart 1826, den inzender nader gevraagd hebbende, of de zieken bij aanhoudendheid genezen bleven, kreeg ik tot antwoord: ‘Van alle gevallen, welke ik heb opgegeven, heeft zich de genezing geconfirmeerd. Bij éénen man heeft het echter, zoo men zegt, niet geholpen; doch, daar hij verhuisd is, en ik niet gewaar kan worden, waar hij nu woont, kan ik deswege geen narigt geven.’ Sedert had hij nog twee gevallen waargenomen: ‘C.n., een jongman, oud 24 jaren, gebrekkig en van geringe verstandelijke vermogens, leed sinds 12 jaren aan Epilepsie, welke hij voor het eerst door schrik op een' St. Nikolaas-avond gekregen had. De toevallen herhaalden zich periodiek elken Dingsdag. Den 22 Aug. 1825 | |
[pagina 363]
| |
nam hij voor het eerst een dr. Artemisia, met warm bier. Op den 23sten vertoonde zich het toeval weder. Na hetzelve gebruikte hij, op den 24 Aug., van de Artemisia nog eene dosis, waarna de toevallen geheel hebben opgehouden. K.z., een meisje van 28 jaren, hysterisch, werd vóór 5 jaren van Epilepsie aangetast, welke waarschijnlijk uit schrik ontstond, en in den beginne zoo hevig was, dat zij naauwelijks eenige oogenblikken op den dag vrij was. Alle middelen, aderlatingen en antispasmodica, naderhand nervina, werden te vergeefs aangewend; het dierlijk Magnetismus werd ten laatste beproefd, en bewerkte zooveel, dat men de toevallen hierdoor eenigzins konde lenigen. Nadat men hiermede had opgehouden, werden de toevallen hand over hand erger, hoewel zij tot nu toe niet weder tot die hoogte geklommen zijn, welke zij vroeger bereikt hadden. Ook zij nam de Artemisia, bij eene dosis van 1 dr., met warm bier, tot drie malen toe, en heeft nu sedert 20 weken geene aanvallen weder gehad.’ Tot dusverre de gevallen van den Heer huber. Eene Jufvrouw van 26 jaren, die reeds sedert jaren van tijd tot tijd aan epileptische toevallen was onderhevig geweest, en bij welke de ziekte mij erfelijk scheen te zijn, daar hare moeder, zoo wel als haar broeder, ook aan dezelfde toevallen onderhevig waren geweest, kwam mij in het begin van het verleden jaar raadplegen omtrent het gebruik van de Artemisia. Ofschoon weinig verwachting bij haar van het middel hebbende, raadde ik haar, hetzelve te beproeven. Ik schreef haar daarom poeders van een dr. Artemisia voor, om na het acces met bier te gebruiken. Ik werd niets van haar gewaar; alleen vernam ik onlangs, dat zij dit middel met eenige vrucht gebruikt had. Mij nu nader omtrent hare ziekte willende onderrigten, kon ik alleen het volgende gewaar worden: Dat zij, 8 of 9 jaren oud zijnde, voor het eerst eene flaauwte gehad had, zonder te vallen; dat zij, omtrent 16 jaren oud zijnde, voor het eerst epileptische toe- | |
[pagina 364]
| |
vallen had gekregen; dat zij toen eens drie weken achter elkander op Dingsdag voormiddag het toeval gehad had; dat het zeer onregelmatig wederkwam, somtijds in geene vier maanden. In het verleden jaar getrouwd zijnde, en sedert gekraamd hebbende, had zij het gedurende hare zwangerheid slechts twee malen gehad. Sinds het gebruik der Artemisia heeft zij nu, het toeval voelende aankomen, hetzelve door het nemen van een poeder kunnen voorkomen. Na het toeval heeft zij gewoonlijk twee of drie uren hoofdpijn. Dr. schuurman, van Steenwijk, een mijner oudste en geachtste vrienden, schreef mij den 13 Dec. 1825, dat hij, in twee gevallen van Epilepsie, de Artemisia, naar het voorschrift, zonder eenig gevolg heeft gegeven. Evenmin gelukkig was tot nog toe mijn beroemde vriend stipriaan luiscius, te Delft, met dit middel. Hij had, volgens een' brief van 20 December 1825, het slechts aan eene jonge Dame gegeven, die het nu sedert een half jaar gebruikt had. In dit tijdvak had zij twee accessen gehad, die eenigzins ligter schenen; maar, daar die soms 6 maanden wegbleven, kon hij er mij niets stelligs van zeggen. Hij laat alle Vrijdagmorgens eene dosis nemen en te bed blijven, en hij heeft het ook na die twee accessen gegeven. Te vergeefs had zij de Flores Zinci en het Cuprum Ammoniacum gebruikt, alsmede wel twee jaren een zeker geheim middel. Daar ik begreep, dat niemand betere gelegenheid had, om dit middel te beproeven, dan de Heer M.D. van der kolk in het groote Buitengasthuis te Amsterdam, waarin hij met zoo veel roem sedert verscheidene jaren practiseert, had ik zijn Ed., als een' mijner geachtste toehoorders en vrienden, verzocht, hiermede proeven te nemen. Dan, ook hier is dit minder gelukkig geslaagd. Hij schreef mij den 19 Dec. 1825: ‘Wat mijne waarnemingen aangaande de Artemisia aangaat, zoo is het mij leed, uw Hooggel. geene betere resultaten te kunnen mededeelen. Ik heb hetzelve in tien gevallen beproefd, zoo wel in Epilepsia idiopathica cerebralis, als in Epilepsia hyste- | |
[pagina 365]
| |
rica; maar, hoezeer ik hetzelve tot dr. β per dag aanhoudend gegeven heb, heb ik geen het minste nut van hetzelve gezien. Het zal, mijns inziens, er veel op aankomen, in welke species van Epilepsie het nuttig is, en in welke gestellen, zal het niet, als een empirisch middel, te dikwerf vergeefs beproefd worden.’ Vóór eenige weken kreeg ik berigt van een geval, door den Heer magchorius, M.D. te Olst, behandeld, hetwelk zijn Ed. mij in dezer voege mededeelt: H.j. blankvoort, een sterk, volbloedig jongeling, echter thans een weinig onnoozel, 15 jaren oud, leed van zijne kindschheid af aan epileptische toevallen, tot dat die op zijn 14de jaar meer ongeregeld werden, en hij soms 6 of 8 maanden geheel vrij bleef. Tot op dien tijd duurden zij altijd een kwartier uurs, en werden van een' diepen slaap gevolgd. Nadat hij reeds vele middelen, ook driemaal de Artemisia, gebruikt had, bezocht hem de Heer magchorius, den 1 Januarij l.l. Hij vond hem koud en bevende. Hij had, sedert een half jaar, alle avonden ten 11 ure een' aanval van 3 minuten, nu en dan van onwillekeurige pislozing gevolgd. Hij heeft sedert een half jaar veel aan zijne verstandelijke vermogens geleden. Na de vijf eerste giften der Artemisia, die de Heer magchorius nu voorschreef, volgde geen zweet; de 6de en 7de werden door zweet gevolgd, en het water gaf een sterk bezinksel. Na dien tijd heeft de lijder nog eenige doses gebruikt, zonder dat er zweet gevolgd is, of de toevallen eenigzins verminderd zijn.
Dusverre de aan mij medegedeelde waarnemingen. Om een geheel te maken, en een beter overzigt te hebben, zal ik hier kortelijk bijvoegen, hetgeen ik sedert de uitgave van het voorgaande stukje ook hier en daar verspreid gevonden heb. In de Vaderl. Letteroeff. No. XV. van December 1825, Mengelw. bl. 714, vind ik een aanmerkelijk geval van Epilepsie, met dit middel behandeld, door den M.D. brocx, te Werkendam, van een' jongeling, 18 jaren | |
[pagina 366]
| |
oud, die, alle acht dagen een' aanval hebbende, door eene gift van 60 gr. en een daarop gevolgd sterk zweet, eerst na eene maand een' kleinen aanval kreeg, en nu door eene herhaalde gift reeds sedert vier maanden van alle aanvallen bevrijd is. De Heer M.D. van manen, van Amsterdam, deelt ons in het Geneeskundig Tijdschrift van de Heeren moll en van eldik, IV Jaarg. St. 4, bl. 289, en daarna in het Journal van hufeland, T. LXI. 5. S. 64, een geval mede van eene hardnekkige Epilepsie, door het gebruik van de Artemisia genezen. Deze ziekte volgde na een absces en eene zware diarrhé. Na te vergeefs allerhande middelen gebruikt te hebben, genas hij door een aanhoudend gebruik der Artemisia. De ziektegeschiedenis is belangrijk; dan, te omslagtig, om in haar geheel hier medegedeeld te worden. Niet zeer gunstig zijn de berigten van Dr. g.f. most, die te Stadthagen, in Westfalen, eene bijzondere inrigting voor de behandeling van Epileptici gemaakt heeft. Hij gaf dit middel aan een' jongen van 12 jaren, die 5 jaren deze ziekte gehad had, en om de 8 à 10 dagen twee aanvallen 's daags en zes 's nachts kreeg. Na het gebruik van 4 giften van een scrupel bleven de toevallen 3 weken weg, maar kwamen toen zoo hevig en zoo dikwijls terug, dat hij 48 uren zinneloos was; de toevallen, die 's daags wegbleven, waren 's nachts des te heviger. Nu gaf hij alle 2 dagen dr. β rad. Artemis. en 40 droppen Tinct. Mari veri en C. Per. stav. dr. β, en de aanvallen verschijnen nu alle 14 dagen. Een jongen van 6 jaren had alle 14 dagen een' aanval van Epilepsie, des nachts door schrik gekregen. Hij nam, gedurende 8 weken, 's wekelijks 2 of 3 giften Artem., met bier, des morgens. Hij kreeg daarna een sterk Ammoniacaal zweet; maar het toeval onderging geene verandering. Een sterke, bloedrijke jongeling van 18 jaren had sedert 6 jaren alle 8 dagen 2 of 3 aanvallen van Epilepsie. Hij nam binnen 5 weken 10 giften Artemisia. De toevallen ble- | |
[pagina 367]
| |
ven vier weken weg; dan, hierna kreeg hij zulk een' geweldigen aanval, met congestiën naar het hoofd, dat zijn aangezigt van geëxtravaseerd bloed donker gemarmerd was, hetwelk eerst na verscheidene dagen verdween. De ziekte had zich dus verergerd. Hij nam nu geene geneesmiddelen meer, en de aanvallen komen nu, even als te voren, maar om de 14 dagen weder. Eene gezonde vrouw van 23 jaren, die de menses geregeld had, kreeg sedert 3 jaren eene Epilepsie, uit de maag voortkomende. Zij nam alle 48 uren 1 dr. rad. Artem., zweette sterk, en zette de cuur 3 weken voort. Zij bleef 8 weken vrij; in de 9de week kreeg zij 2 aanvallen 's nachts en 3 's daags. Een meisje van 9 jaren, blond en mager, had sedert 9 weken dagelijksche aanvallen van Epilepsia impersecta. Zij gebruikte 10 giften van de Artem. in 20 dagen, en werd hierdoor van de ziekte bevrijd. Zij heeft zich nu elf weken na de cuur wel bevonden. Een meisje van 10 jaren kreeg, vóór 8 weken, eene Epilepsia imperfecta, dagelijks van 3 tot 8 aanvallen. Zij nam 8 giften van scr. 1 Artem., zweette sterk daarna, en de aanvallen bleven weg. Zij bleef tien weken vrij, toen de aanvallen, door koude voeten, terugkwamen. Hij gaf toen alle morgens in het bed Rob Samb. met bier; de toevallen verdwenen na dit eenvoudig middel, en het kind is sedert 8 weken vrij gebleven. Een man van 41 jaren, van een sterk gestel, die reeds in zijne kindschheid Epilepsie gehad had, maar daarvan door tissot en lentin genezen was, bleef van 1802 tot 1809 vrij. Sedert dien tijd kreeg hij de ziekte weder, zoodat hij om de 8, 14, 21, 30 dagen sterke aanvallen had, die alle middelen wederstonden. Nu nam hij alle 2 dagen dr. β rad. Artem. Ondanks het sterk zweeten, is de ziekte dezelfde gebleven. (Horn, Archiv für med. Erfahr. 1825, Mei en Junij, p. 437 seqq.) De Heer Kreitsphysicus bonorde genas een meisje van Somnambulismus, door haar alle avonden en morgens een dr. Artemisia te geven; de ziekte verminderde langzaam, en hield op den 16den dag geheel op. | |
[pagina 368]
| |
Eindelijk heeft ons de Heer gitterman, in eene voortreffelijke Verhandeling over de Chorea, in hufeland's Journal, T. LXII, 5, S. 61 seqq., verscheidene waarnemingen medegedeeld omtrent het nut der Artemisia in deze ziekte bij kinderen. Hij gaf alle drie uren een scrup.Ga naar voetnoot(*). |
|