hadden zij geleerd de tong te reppen, of zij werden reeds afgerigt, om Latijn te radbraken. De vermaarde mannen der Romeinsche Republiek alleen waren het, welke hun dagelijks als modellen werden voorgesteld; en deze waren ook de stoffen, over welke zij opstellen leverden. Alle de spelen, al het onderrigt vertegenwoordigde hun de gebruiken en inrigtingen der Romeinsche Republiek. Elk leervertrek tooverde hun, zoo ver dit maar gaan konde, een beeld dier Republiek voor. Alle onderscheidingen gingen met den naam van de eene of andere oud-Romeinsche waardigheid gepaard. De scholier, die het meeste van de leeruren onthouden of het beste opstel vervaardigd had, werd door den meester of tot Consul, of tot Censor, of zelfs tot Dictator benoemd, en nu ook alzoo van zijne medescholieren betiteld. Zoo ontvingen, onder de handen der pedante leermeesters, deze teedere, buigzame planten een voedsel en een' vorm, die voor de gesteldheid van den grond, in welken zij voortaan stonden verplant te worden, volstrekt niet deugden. Men kent de levendigheid der jeugdige verbeeldingskracht. De leerlingen zagen in alle deze Consuls, Legaten en Tribunen, wier daden men hun met de schitterendste kleuren schilderde, louter helden, de hoogste bewondering waardig, en kenden geenen anderen twijfel, dan welken van dezen zij den grootsten eerbied hadden te bewijzen, eenen scaevola of brutus, eenen marius of sylla, eenen pompejus of cesar, eenen catilina of cicero. De ondernemingen der gracchussen, de wandaden der Tienmannen, de banvonnissen der Driemannen, - alles verscheen hun in een tooverachtig schemerlicht. Kortom, het Romeinsche volk was
in de scholen der Fransche Monarchij het Volk der Eere. De verrukte scholieren bejammerden niets meer, dan dat ook zij, die nu reeds ten deele in hunne Collegiën tot Consuls enz. waren verheven, dit niet eenmaal werkelijk zijn, en als Romeinen te midden van Romeinen schitteren konden. In de hoofden van verstandige en welgezinde jongelingen werden, wel is waar, deze droomen der schole van lieverlede weder verstrooid, na hunne verschijning op het groote schouwtooneel der wereld, en bij het herkennen van den toenmaligen staat van zaken. Niet alzoo, echter, in bekrompene koppen en donkere, verdorvene gemoederen, tot welke robespierre van zijne jeugd af aan behoorde. Hem bleven uit den schooltijd en de schoolwereld deze dwaalbegrippen bij, en waren de oorzaak van zijne volgende gruweldaden en jammerlijken val. Hij konde het, naar de getuigenis van de medgezellen zijner jeugd, volstrekt niet begrijpen, dat het Fransche volk zich niet haastte een Romeinsch volk te worden. Sylla, die in de renbaan 7000 burgers liet ter neder sabelen, omdat zij niet eenstemmig met hem dachten, verscheen aan zijn verbijsterd oog in het licht van eene Godheid. Gelijke eere deed hij den eersten brutus, die Koning tarquinius van den troon stiet, wedervaren. Deze modellen zweefden