honderd bloemkelken zamelen, of van het sap der rijpe vruchten, ja van de suiker zelve, wanneer haar deze wordt aangeboden, leppen, geven zij in deze gedaante weêr van zich. Met het was is het even zoo gelegen. Vele Insekten zijn met een stof bedekt, hetwelk door de porien hunner oppervlakte wordt afgescheiden. Anderen zonderen vergift en zuren af. Wegens het laatstgenoemde zijn de Mieren inzonderheid bekend. Blaauwe bloemen, in een Mieren-nest geworpen, worden rood. Eene Mier, die over ongebluschten kalk kruipt, moet sterven, wijl de door haar zuur ontstane hitte haar de pooten verzengt. De Natuur schijnt haar dit zuur ten wapen tegen andere schepselen te hebben geschonken. Een Kikvorsch, in een' Mieren-hoop gerakende, stikt terstond. Bijen, Muggen, Wespen, Schorpioenen scheiden een vergift af. Dat der Bijen werkt zoo heftig, dat een grein van hetzelve een Hoen in weinige sekonden zou dooden. Niet de steek der Bij en der Wesp verwekt ontsteking, maar alleen het daardoor in de kleine wonde ingebragte vergift. Wanneer men zich met eene naald kwetst, en het gif vervolgens in het wondje brengt, heeft dit dezelfde gevolgen. Steekt het dier meermalen, zoo werkt de steek niet meer, omdat er geen vergift meer voorhanden is.