Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826
(1826)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBezoek van Klopstock bij mevrouw De Genlis.(Uit hare Mémoires.)
- Ik ging naar Hamburg bij mijne nicht, Mevrouw mathiessen, logeren. Klopstock liet bij mij belet vragen. Er zijn voor Schrijvers zekere lieden, wier eerste ontmoeting ondragelijk is. Deze lieden willen, niet u leeren kennen, maar, u bejegenende, u alles vertoonen, wat zij weten, en al het vernuft uitstallen, dat zij bezitten. Nooit zal ik mijne zonderlinge ontmoeting met den vermaarden Autheur der Messiade vergeten! - Klopstock schelde. Ik was alleen met mijne nicht. Ik zag een klein, kreupel, zeer leelijk oud man binnentreden. Ik stond op, naderde hem, en geleidde hem naar een' armstoel. Stilzwijgend ging hij zitten, met eene nadenkende houding, kruiste zijne beenen, dook in den stoel, en nam het air aan van een' man, die er zich eens regt op zijn gemak toe zet, om lang te vertoeven. Vervolgens deed hij mij, met eene luide en scherpe stem, deze zonderlinge vraag: ‘Wie is, Mevrouw, naar uw gevoelen, de beste prozaïst, voltaire of buffon?’ Deze manier, om, niet een gesprek, maar eene stelling (thesis) te opperen, verstomde mij als 't ware; en klopstock, die veel meer begeerte had, om mij zijn gevoelen deswege te doen kennen, dan om het mijne te vernemen, drong in 't geheel niet op eenig antwoord. ‘Wat mij betreft,’ dus vervolgde hij, ‘ik verklaar mij voor voltaire, en ik grond zulks op verscheidene redenen; de eerste’..... Hij gaf mij een dozijn redenen, welke te zamen eene zeer lange rede opleverden. Daarna sprak hij mij van zijn verblijf te Dresden en in Deenemarken, van de eerbewijzen, hem daar toegebragt, en van de overzetting, welke een Emigrant toen van zijne Messiade vervaardigde. In | |
[pagina 29]
| |
dit gansche onderhoud bedroeg mijn aandeel geen zes syllaben. Klopstock nam, na een bezoek van drie uren, afscheid, zeer voldaan over mijne conversatie; immers hij zeide dien avond tot een' mijner vrienden, dat hij mij zeer beminnelijk had gevonden. Zeker, op zulk eene wijze komt men al heel gemakkelijk aan dien lof!Ga naar voetnoot(*) |
|