smaak afhangende, in het midden; maar het onwaarschijnlijke vonden wij hier nog sterker dan elders, en hier en daar meenen wij zelfs eene vergissing en onnaauwkeurigheid op te mèrken. Zoo begrijpen wij b.v. maar niet, hoe de koopman Bryce Snailsfoot des Zeeroovers doos met de Runenletters hem te koop kan aanbieden, alvorens hij zijne kist, sub en obreptif, had weten te bemagtigen. De doos moet in die kist geweest zijn, of hoe kon zijn vader hem aan dezelve herkennen? Of, had de Zeeroover die bij zich, dan kon Bryce die niet gekocht hebben van het volk van een ander roofschip. - Maar wij veroorloven ons geene verdere aanmerkingen; misschien lazen wij ook nu te vlugtig.
Het tooneel van het verhaal is Shetland, en bij hetzelve worden wij eene eeuw of wat teruggezet. Een geheel onbekend en weinig spraakzaam man, een menschen- en vooral een vrouwenhater, betrekt daar een akelig, eenzaam, oud en vervallen rotskasteel. Hij had een' zoon, Mordaunt, met wien hij zich weinig bemoeide, dan alleen, dat hij hem vrij goed onderwijs gaf. De hupsche jongen was niet zoo meisjesschuw; hij was overal gezocht en aangenaam. Vooral was hij zeer gezien bij eenen braven bejaarden heer, van echo Normandsch bloed, en diens beide lieve dochters, uit welke de keus ons zoo wel, als Mordaunt, moeijelijk zou geweest zijn. Sinds echter zeker even onbekend heer, Cleefland, na geledene schipbreuk, zich had ingedrongen, waren daar aan huis de hekken voor Mordaunt verhangen, en het duurde lang, eer hij de ware reden vinden kon. Die Cleefland was een Zeeroover; en toen dit uitkwam, was zijn spel ook daar ten einde. Maar hoe geraakte zulk een mensch daar zoo gemeenzaam bekend, en hoe kon zulk een kerel het hart der lieve, schrandere Mina winnen? Ja, lezer! hij was toch een held, een zeer edel man, en in hare schatting stond hij met hare dappere voorvaders, waarvan zij veel gehoord had, volkomen gelijk; en eerst toen zij zijne kameraden ontmoette, viel haar de blinddoek van 't gezigt. Evenwel, zijn ongelukkig zeerooverschap daargelaten, was de Zeeroover een beminnelijk mensch. Mina wil hem nu wel niet tot man, maar nam toch altijd in hem het hartelijkst deel. Hij geraakte nog in dienst van den Koning, en stierf op het bed van eer. - Het spreekt van zelve, dat Mordaunt, in de gunst van den ouden Normander hersteld, met de jongere zuster huwde, en met haar zeer gelukkig geleefd heeft.