Specimen Med. de Artemisia vulgari, quam publ. exam. submittit D.F. van der Pant, Ultraj. 1826. 8vo.
Daar deze verhandeling weinige maanden na die van den Heer de vries reilingh verscheen, vreesden wij weinig nieuws over dit onderwerp te zullen vernemen; wij vonden ons echter aangenaam verrast door eene geheel oorspronkelijke scheikundige ontbinding, welke, hoewel zij, na de onlangs opgegevene van bretz en eliëson, niet geheel ontbrak, echter een nader onderzoek van de in onze streken groeijende plant behoefde, en door het verschil der uitkomsten genoeg doet zien, dat dit onderzoek niet overbodig was. Alleen hopen wij, dat de Heer van der pant, bij eene nadere ontleding, waarmede hij ons, tot bevestiging van het door hem aangewezen loogzout, vleit, de eigenschap van dit beginsel zal ontwikkelen, en de hoeveelheid der overige bestanddeelen nader zal bepalen; de alhier p. 48 opgegevene zijn: vlugge olie, bruine harst, plantenvet, was, gom, plantenslijm, extractiefstof, looistof, suiker, lijm, planten-eiwit, houtachtig beginsel, kleurgevend ligchaam, wijnsteenzuur, zwavelzuur, zoutzuur, aluinaarde, talkaarde, kalk, potasch, keiaarde, ijzer, een nog onbekend beginsel, dat waarschijnlijk de grondstof van het loogzout uitmaakt.
Behalve deze belangrijke ontleding, geeft ons de Schrijver een twaalftal naauwkeurige waarnemingen, die, zoo niet even gelukkig in uitkomst, echter alle voor de werkzaamheid van dit middel in periodieke zenuwaandoeningen zoodanig pleiten, dat wij de vruchtelooze aanwending, welke wij bij herhaling ondervonden, alleen aan zorgelooze inzameling en bereiding zouden toeschrijven, ware het niet, dat de Schrijver, met ons, het werkend beginsel dezes wortels in de vaste bestanddeelen zocht, en hij zelf de wortels in April inzamelde, waartoe anders het begin van October bepaald wordt.
Voegen wij nu bij het opgegevene, dat de Schrijver