kende in- en uitlanders, en mag zich beroemen in Groningen en elders door deszelfs werkzaamheden nuttig to zijn. Eenige achter de Redevoering gevoegde aanteekeningen behelzen onder anderen eene opgave van de door den druk bekend gemaakte stukken, welke in het Genootschap zijn voorgelezen of aan hetzelve medegedeeld, eenige korte levensberigten aangaande reint mesdag, wolter hendrik crull (wiens verdienstelijke Dissertatie de Cranio bij alle Physiologen genoegzaam bekend zal zijn) en jan wiedeman karsten, en eindelijk eene naamlijst der leden van het Genootschap in de afgeloopene vijfentwintig jaren. Hier achter is nog een Duitsch gedicht geplaatst van den Heer g.h. van senden, hetgeen, hoezeer het zich door geene hooge poëtische vlugt onderscheidt, echter voor de gelegenheid zeer gepast is, en allen opwekt tot eendragtige zamenwerking:
‘Wir wollen in dem hehren Tempel
Mit reinem Sinn', als Brüder, stehn,
Und so der Gottheit hohen Stempel
Auf allen Ihren Werken sehn.’
Mogt deze opleiding van het werk tot den Werkmeester steeds het eindoogmerk wezen, dat alle Natuuronderzoekers zich voorstellen!