gebergte; en het tijdperk is niet ver van ons tegenwoordig verwijderd. Men vindt hier het schilderachtig land, met de stoute schoonheden en ontzettende natuurtooneelen, naar het leven geteekend; voorts de verwonderlijke natuur onder den grond, in het diepst der bergen; de echte geest voor vrijheid en onafhankelijkheid van den echten Zwitser; zijne reuzenkrachten, en de oude Zwitsersche trouw en iedere nationale deugd. Men wordt hier, als het ware, gevoerd onder Zwitsersche patriarchen.
De geschiedenis valt voor in 1798, toen de burgertwist verschrikkelijk woedde in Graauwbunderland, van waar onze Vlugteling geboortig was; een jongeling, mild door de fortuin bedeeld, maar vooral door de natuur met echte levenswijsheid naar verstand en hart, onomkoopbare rondborstige braafheid, en toegerust met moed en kracht. Hij zag te veel en te wèl vooruit, om zich in de oproeren te mengen, en of voor de Oostenrijkers, of voor de Franschen partij te kiezen. Hij geloofde, dat het vuur zijn ongelukkig vaderland, en geheel Zwitserland, naar Gods bedoeling, moest louteren. Hij was daarom ook bij geene der partijen bemind of vertrouwd. Wanneer echter het schreeuwend geweld onder zijn oog te ver ging, voelde hij de echt Zwitsersche verontwaardiging, en handelde met moed en zijne reuzenkracht. Dit bragt hem in handen der Franschen. Hiermede begint het verhaal: wij vinden hem gevangen, gebonden, op een' wagen geworpen en voortgesleept; maar door eene welberadene list, en zijne groote kracht, ontsnapt hij op weg aan zijne bewaarders, en geraakt op de woeste hoogere bergen van de Jura, waar hij edele gastvrijheid en weldra eenen hartvriend vond. Zijne ontmoeting met eene oude zonderlinge vrouw, die de toekomst aanwees, en algemeen beschouwd werd als in betrekking staande met hoogere wezens, geeft gereede aanleiding, om ons bekend te maken met zoodanig daar heerschend bijgeloof, waarvoor ook de zonderling romaneske natuur en menige oude overlevering het hart, ook van anders edele en beschaafde menschen, geopend hielden; in het bijzonder dat van hermione, een uitmuntend meisje, door hem al spoedig gekend en diep vereerd. Hij onderdrukt zijne liefde, die van de edelste soort was, uit zeer edele beginselen Het vaderland kon zijnen arm nog eenmaal behoeven; daarenboven wilde de Vlugteling haar niet medeslepen in zijn
ongeluk. Ook verscheen de Profetes, en voor-