onder de regering van theodosius den Grooten en diens zonen, ten jare 390 leefde, was een Christen, en bekleedde zelfs de Bisschoppelijke waardigheid. In zijne jeugd, en vóór het verkrijgen van dien hoogen kerkelijken rang, schreef hij: Ethiopica, eene Ethiopische Geschiedenis in tien boeken, bevattende een getrouw tafereel van de edele en deugdzame liefde van Theagenes en Chariclea; een boek, dat cervantes aanleiding gaf tot het opstellen van zijnen laatsten Roman: Los Trabajos (het lijden) de Persiles y Sigismunda.
De Heer bruyn noemt dit werk van heliodorus ‘het regelmatigste van alle Romans, die de Ouden ons hebben nagelaten;’ er bijvoegende, ‘dat de geheele zamenstelling volkomen aan de regels voldoet, die aristoteles voorgeschreven heeft.’ Recensent wil dit oordeel gaarne onderschrijven, en moet bekennen, dat het geheele plan van het verhaal kunstig ontworpen en uitgevoerd is; dat het verhaal zelve eene menigte van fraaije episoden bevat, die de eenheid van bedrijf niet storen; dat het de hoofdkarakters treffend schildert, het kostuum behoorlijk in acht neemt, de kieschheid nergens kwetst, en in een' bevalligen en sierlijken stijl geschreven is. Daarenboven vindt men in dit boek ‘veel wetenswaardigs aangaande de denkwijze, zeden, gebruiken en het bijzonder leven der oude volken, die het ons beschrijft, gelijk mede onderscheidene zeer belangrijke natuur- en aardrijkskundige opmerkingen.’
Bij dezen lof, welken wij, met den Heer bruyn, gaarne aan den Schrijver van den onderhavigen Roman geven, zijn wij echter niet blind voor deszelfs gebreken, die wij met hem desgelijks uit den verbasterden smaak asleiden, welke zich ten tijde der Romeinsche Keizers op den klassieken bodem van Griekenland begon te verspreiden. Wij willen over deze gebreken niet uitweiden, maar verwijzen onze Lezers naar het boek zelve, overtuigd, dat zij het onvolmaakte door schoonheden van den eersten rang zullen zien opgewogen.
Wat de vertaling betreft, dezelve komt Recensent allezins voor, uitnemend geslaagd te zijn, en doorslaande blijken te dragen van de grondige taalkennis, het juist oordeel en den goeden smaak van den Heer bruyn.
Titel, druk en papier geven aan het geheele boek een behagelijk voorkomen. Zulk eene uitvoering was eertijds zeer gewoon; thans wordt dezelve, helaas! hoe langer zoo zeldzamer.