bosch heeft de vertaling van dit werk van den even ijverigen Ridder von kirckhoff op zich genomen, vooral met oogmerk, dat van hetzelve door onze Heelmeesters te platten lande een oordeelkundig gebruik zou worden gemaakt. Het oorspronkelijk werk zelve reeds vroeger beoordeeld hebbende, willen wij ons thans alleenlijk bij de vertaling bepalen. Al aanstonds bevreemdde het ons, dat de geleerde Vertaler het met zijn oogmerk heeft kunnen overeenbrengen, ook het eerste gedeelte des boeks, het verhaal van den Veldtogt betreffende, op te nemen, 't welk toch voor de Heelmeesters te platten lande weinig nuttigs behelzen kan, en den prijs van het werk nutteloos verzwaart. De vraag, in hoeverre het bestuderen van Legerziekten eene bijzondere nuttigheid voor Lezers, zoo als de Heer van den bosch zich voorstelde, hebben kan, willen wij niet eens aandringen, hoewel ook daaromtrent gegronde twijfelingen zouden kunnen ontstaan, vooral als men leest, hetgeen voorkomt op bl. 5 der vertaling onderaan, en p. 19 van het oorspronkelijke.
De vertaling is, zoo verre wij hebben kunnen nagaan, getrouw, zonder slaafsch te zijn. Bij dezelve zijn aan den voet der bladzijden aanteekeningen gevoegd, waarin de Heer van den bosch meestal door zijn gezag de gevoelens of voorschriften des Schrijvers bevestigt. Niet weinige derzelve zoude men misschien, zonder groot nadeel, hebben kunnen ontberen, daar de geleerde Vertaler zich met het bekende: qui tacet, consentit, van die moeite had kunnen ontslaan. Anderen echter zouden wij ongaarne missen, zoo als die, welke de behandeling der darmontsteking betreft, bl. 173, en die uitvoerige noot omtrent het nut der braakmiddelen. Aangaande de ontlastmiddelen verklaart de Heer van den bosch zich op meer dan ééne plaats tegen het gebruik der Tamarinde, als door derzelver wrangheid buikpijnen verwekkende. Recensent getuigt, dit gevolg daarvan nimmer bespeurd, en zelfs de Tamarinde met Sennebladeren, op het voorbeeld van den grooten sydenham, meerma-