voor het Treurspel. Maar thans komt hij, terstond na het plegen zijner wandaad, reeds in het tweede Bedrijf, op de hartelijke toespraak zijner moeder, tot inkeer; doch zijne verbetering is van geen langer duur: parma haalt hem, in het derde, spoedig over, om, aan het hoofd der Spanjaarden, een oproer, dat inmiddels onder de burgerij uitgebroken is, te dempen. Egmond doet dit met den meestmogelijken ijver; maar, op de markt ingesloten en door de burgers van alle zijden bekneld, die hem schimpend toeriepen, of hij het graf zijns onthoofden vaders kwam bezoeken, grijpt hem de gewetensangst aan; hij ontvlugt op het oogenblik, dat parma aanrukt om hem te verlossen, en ijlt naar zijne moeder, waar hij thans Koning filips en al de Spanjaarden vervloekt. Doch parma volgt hem, dreigt en vleit, vertoont hem in de verte het lokaas eener Landvoogdij; en terstond rukt onze egmond weêr aan het hoofd der genen, die hij pas vervloekt had, uit, om het ontzet, dat van buiten op kwam dagen, te bestrijden. Hij vecht dapper; maar zijne benden verlaten hem, en men ziet hem,
Alleen, de ontvlamde drift van onze krijgsmagt tarten.
Dan, dit baat hem niet; de gevlugte Spanjaarden roepen verraad, grijpen hunnen aanvoerder, die toch kort te voren gezegd werd alleen overgebleven te zijn, en wonden hem doodelijk. Nu wordt hij door de overwinnende burgers opgenomen en naar zijne moeder gevoerd, waar hij zoo lang om vergeving smeekt, dat hij dezelve van den aanvoerder der Burgerij in naam des Vaderlands, van den Staatsgezinden Bisschop in naam van den Godsdienst, en eindelijk ook van zijne moeder verkrijgt, waarna hij sterft, en met zijnen dood het stuk doet eindigen. Wij vragen het: wie kan een zoo weiselend en karakterloos mensch, die zelfs in de gewone zamenleving geen' schrik, maar slechts verachting zou inboezemen, als hoofdpersoon in een Treurspel dulden en verdragen?
Het smart ons innig, dat het karakter van egmond zoo geheel mislukt is, en het verwondert ons tevens, dewijl en de listige parma, en de hooghartige en vaderlandlievende moeder van egmond, sabina, zoo fiksch geteekend, en ook de overige handelende personen allen goed gekozen zijn. Daarenboven kunnen wij niet regt begrijpen, hoe de Heer klijn er toe gekomen zij, om zijnen held dusdanig af