Kleine Vertellingen, Anekdoten en andere verstrooide Opstellen. Door J.B. Christemeijer. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1824. In gr. 8vo. 244 Bl. f 2-75.
Men vindt hier, zoo al niet geheel, grootendeels althans, oude bekenden, in het Mengelwerk onzer Letteroefeningen of andere Maandschristen sinds eenige jaren opgenomen; alle toch bekenden, die men gaarne eens wederziet, en men is alzoo den Schrijver verpligt, dat hij deze zijne kleine lettervruchten hier bijeenverzamelde en ons in éénen bundel aanbiedt. Hier en daar heest hij nu het vroeger gegevene een weinig uitgebreid. De dichtstukjes, hier kleinigheden in versmaat genoemd, en achter de verhalen in proza geplaatst, waren ook der opname in onze vaderlandsche Tijdschristen waardig. Wij hopen, dat het goed onthaal, dezer Vertellingen enz. vroeger te beurt gevallen, en hetgeen dezelve, vertrouwen wij, ook nu wacht bij het Publiek, den Schrijver tot meerderen soortgelijken arbeid zal aanzetten, en dat hij dan ook met denzelven den lezer onzer Tijdschriften die lezing wel zal willen veraangenamen: ons althans zal hij daarmede genoegen doen.