Leerboekje voor Kinderen, tot onderwijs in de Zangkunst, van B.C.L. Natorp, vertaald door N.M. Reidsma. Te Zutphen, bij H.C.A. Thieme. 1825. In gr. 8vo. 30 Bl. f :-30.
Het onderwijs in de Zangkunst wordt op vele onzer lagere scholen misschien nog te veel veronachtzaamd, of geest voor het minst zoodanige vruchten niet, als men van het verbeterd onderwijs in ieder ander opzigt met blijdschap mag opmerken. Het is althans niet te ontkennen, dat wij te dezen bij onze Duitsche naburen over het algemeen nog zeer ten achtere zijn. Dit komt evenwel niet voort uit gebrek aan hulpmiddelen, bij ons toch ook genoegzaam voorhanden. Men maakt de kinderen, dunkt ons, maar niet genoeg bekend met de gronden der Toonkunst, en zij zingen dikwijls den onderwijzer na, zonder eenige theoretische kennis.
Of de hier voor ons liggende leerwijs van natorp dit gebrek zal verhelpen? De vertaler meent het, en beroept zich op zijne ondervinding, die zekerlijk eene goede leermeesteres is.
De methode van den Heer natorp is zeer verschillende van die, welke men voor de vokale muzijk algemeen gebruikt. Zij is evenwel niet nieuw; men vindt dezelve, wat de hoofdzaak betreft, reeds in de Dissertation sur la Musique moderne, welke 1743 het licht zag; zij vond echter in Frankrijk geenen bijval, en genoot de eer niet van in het Conservatoire te Parijs te worden opgenomen. Daar bezigt men de Zangmethode volgens ons hedendaagsch notenstelsel, hetwelk zeker voortreffelijk is, en zeer geschikt om de muzijk ten papiere te stellen, en de toonen en geluiden door onze lijnen voor oogen te stellen; dit is voor de lezing gemakkelijk, daar het oog zich gedurig op de middelste lijn vestigt.
De methode van natorp beschouwen wij als minder gepast en doelmatig; zij is, in ons oog, voor het muzijklezen verwarrend, en voor groote maatverdeeling zeer werkelijk. Bij dezelve gebruikt men noch het hedendaagsch notenstelsel, noch den notenbalk. Om de zeven noten der klankladder aan te duiden, bezigt men bij dezelve de eerste getalmerken, op deze wijze: 1 is de grondtoon, 2 de seconde, 3 de terts, enz. Met den achtsten toon of octaaf, welke met den grond-