Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826
(1826)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOratio de philosophico Jurisprudentiae studio caet. quam habuit H. Cock. Daventriae, 1824.Ga naar voetnoot(*)De Heer cock, aan het Athenaeum te Deventer aangesteld tot gewoon Hoogleeraar in de Regten, hield bij het aanvaarden van dien post deze redevoering, over de nuttigheid en aangenaamheid van eene wijsgeerige Regtsbeoefening. Na eene inleiding, die nog al omslagtig is, betoogt de Redenaar eerst de innerlijke waardij van die studie, en bevestigt dat betoog door het gezag van groote mannen, welke, sedert de zeven Wijzen van Griekenland, tot op montesquieu en michaëlis, in deze wetenschap hebben uitgemunt. Vervolgens spreekt hij over de nuttigheid, welke deze studie te allen tijde, ook nu in ons vaderland, heeft, en besluit met de gewone aanspraken. Een opzettelijk betoog van het aangename hebben wij niet gevonden. Dit vloeit dan ook van zelve voort uit zoodanige beoefening der Regten, hoedanige de Redenaar heeft aangeprezen. Stijl en taal verdienen lof. |
|