De Aarde, beschouwd in haren natuurlijken toestand en verdeeling, door Zeeën, Rivieren, Meiren, Bergen en Woestijnen, benevens derzelver doelmatige strekking; naar de vatbaarheid der Jeugd ingerigt door N.G. van Kampen. Met Kaarten. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. 1825. In kl. 8vo. 199 Bl. f 1-25.
Wij ontvangen hier het grootere werk: Beschouwing der Aarde in haren natuurlijken toestand, (hetwelk reeds eenen herdruk beleven mogt) van dezen zelfden geachten Schrijver, nu door hemzelven voor de jeugd bearbeid en alzoo aanmerkelijk bekort. Op deze wijze wordt het nu bijzonder voor de scholen geschikt. De vrees, door den Schrijver geopperd, of daardoor de behandeling ook te droog werd, komt ons, na de lezing, geheel ongegrond voor, indien maar de schoolonderwijzer voor zijn vak berekend is, en den kinderen smaak voor de aardrijkskunde mededeelen kan. Wij hebben hier de natuurlijke aardrijkskunde, met weglating van de willekeurige en steeds veranderende bepalingen der staatkunde; van welke de onderwijzer dan, daar deze dorre wetenschap toch mede moet geleerd worden, op zijnen tijd en in 't vervolg spreken kan. Zes kleine kaartjes zijn in dit werkje gevoegd, hetwelk wij iederen onderwijzer en iederen vader en moeder ruimschoots aanbevelen, daar het overal den grooten Schepper in zijne wijsheid en goedheid aanwijst. Het zal genoegelijk zijn, volgens dezen leiddraad, met zijne kweekelingen eerst, en in eenen enkelen avond, den hemel, maar dan vooral geheel de aarde te doorloopen; en, daar men telkens, naar de vatbaarheid en behoeften, over volken, landen, kunsten enz. uitweiden kan, en ook het grootere werk ter hand nemen, zal men zoodanig reisje zeker meer dan eens met groot vermaak en nut kunnen doen.