ten wordt. De opname in eenigen bundel of Mengelwerk hou den wij altijd meer verkieslijk, dan eene afzonderlijke uitga ve; want zoodanige kleine stukjes worden in de groote boekverzamelingen al ligt over het hoofd gezien. Hier nu is voor alles ruimte, daar het werk onderscheidene rubrieken heeft, en, bij eenen maar wat ruimen voorraad, waarborgt ons de kieschheid van den achtingwaardigen van eyk, dat zijne keuze zoodanig wezen zal, dat geen man van smaak zich over het plaatsen van zijne lettervrucht in deze verzameling zal behoeven te schamen. Van zichzelven heeft de verzamelaar hier reeds veel gegeven. De onderscheidene rubrieken zijn: 1) Geschiedkunde. Wij ontvangen hier eene vertaling van het betoog van justi, dat de ahasueros in het boek Esther de xerxes der ongewijde Geschiedenis is. 2) Godsdienst en Zedekunde. Hier vinden wij: opmerkingen der wijsheid van paulus bonnet; behelzende waarlijk uitmuntende kernspreuken uit 's mans, thans misschien te zeer vergetene, geschriften. Een kort vertoog over ons onderling verkeer in de wereld. Beide deze stukken hebben wij aan van eyk te danken. Voorts eene
redevoering van den Eerw. n. messchaert, tot onderzoek, of er aan de Volksverlichting eenige grenzen moeten gegeven worden, en welke? Waar en fraai. 3) Zielkunde: over het Geheugen, wederom door van eyk, en over de sterkte van geest, door g. van reyn. 4) Karakterkunde: over het Karakter van johan van oldenbarnevelt, door f.s. 's Mans onschuld wordt hier met bedaardheid en op eene waardige wijze verdedigd; terwijl echter geene poging wordt aangewend, om den braven en grooten man van ieder gebrek vrij te pleiten. Dit stuk was reeds in de wereld, volgens de voorrede, eer men over 's mans karakter en schuld in deze dagen weder op nieuw het zwaard trok. 5) Taalkunde: wederom van van eyk een onderhoudend iets, over het zinrijke en waardige van vele oudvaderlandsche Spreekwoorden. 6) Fraaije Kunsten: over den invloed en uitwerking der Dicht-, Schilder- en Toonkunst in het algemeen, en het nut voor haren beoefenaar, door j. van harderwijk, rz.; - over het nut van de beoefening der Grieksche Beelden voor den jongen Kunstenaar, door a. van der hoop; - over de waarde van het beroep des beeldenden Kunstenaars, door g. de meijer; - Proeve over de Toonkunst der Ouden, door a.v. 7) Landelijk Schoon: uittreksel, door den verzamelaar, van zijne