zins de
geldigheid der gevolgtrekking, dat hij zulks het eerst zoude beproefd hebben: zijn broeder, schoon eenige jaren jonger, konde hem hierin ligtelijk zijn voorgegaan. Doch het is hier de plaats niet, om ons in dit geschilstuk te verdiepen, even min als in dat meer gewigtige, of er niet reeds vroeger met olieverw is geschilderd geworden, waaromtrent de Notice geheel zwijgt, maar dat de Heer de bast in zijnen brief, op verscheidene gronden, geheel ontkent. Indien het waar zij, dat cennino cbnnini, die zijne Verhandeling over het schilderen in 1437 eindigde, in dat werk met ronde woorden zegt, dat de kunst, om met verwen, in lijnolie gemengd, te schilderen, toen in Italië reeds algemeen bekend was, en daaromtrent de noodige voorschriften geeft, gelijk wij zulks in het verslag van den Heer quatremère de quincy over dat werk gelezen hebben, dan is het geschil beslist, en antonello van messina, die eerst in 1445 het geheim der van eycken naar Italië zoude hebben overgebragt, een fabelachtige postillon de couleurs. Doch wij meenen reeds genoeg gezegd te hebben, om en aan het publiek en aan den Heer de bast te bewijzen, dat wij onze beweringen, hoe ook ter loops nedergesteld, nooit zonder genoegzame gronden aanvoeren; en dit is voldoende voor ons tegenwoordig oogmerk, dat niet zijn kan, om een der duisterste punten uit de geschiedenis der uitvindingen te willen ophelderen, door al het voor en tegen naauwkeurig met elkander te vergelijken en te wegen. Intusschen danken wij den Heer de bast hartelijk voor zijn toegezonden geschenk, (het stukje omtrent antonello van messina is niet ontvangen) en verblijden er ons over, dat in de Zuidelijke provinciën zulk een lofwaardige ijver
heerscht, om al, wat betrekking heeft tot onzen nationalen roem, op te frisschen en levendig te houden. Waar mannen als de bast, die met eene uitgebreide geleerdheid keurigen smaak en gezonde oordeelkunde vereenigen, zich aan zulk een edel doel toewijden, daar heeft men regt, om de rijpste en heerlijkste vruchten te verwachten.