landsche Taal-, Letter- en Dichtkunde (vrij uitvoerig, 12 bladzijden van den kleinen druk), Nieuwland, Nieuwold, Nijmegen, Noordkerk, Oldenbarneveld, Oldenzaal, Ommeren (R. van), Oosterbaan, Oosterwijk (Maria van), Oostvlaanderen, Orville (d'), Oudendorp, Oudewater, Overijssel, Paradijs (Prof. N.), Pasteur, (J.D.), Pekel-A, Perponcher, Pijpenbakkerij, Ploos van Amstel (C.), Poelenburg (K.), Poot, Post (E.M.), Potter (P.), Punt, (J.), Purmer (de), Purmerende. Wij hebben ook Artikelen over niet zeer algemeen bekende onderwerpen gevonden, gelijk de Portugesche en Noord-Amerikaansche (Anglo-Amerikaansche) Letterkunde. Ook de Oostindische Letterkunde (die
der Hindous) wordt met behoorlijke naauwkeurigheid uiteengezet. Nogtans missen wij in de Oostersche zaken wel eens de gewone naauwkeurigheid des Schrijvers. Zoo maakt hij b.v. den Khalif omar tot opvolger van abukir, in plaats van abu bakr, en doet hem zelfs tegen Damascus (hetwelk reeds onder zijn' voorganger was bemagtigd), tegen andere steden van Syrië en Phenicië optrekken, daar men toch weet, dat hij gerust te Medina of Mekka zat, terwijl kaled en abou sofian dit alles voor hem veroverden, en eindelijk alleen te Jeruzalem kwam, omdat de Christenen (die zich reeds onderworpen hadden) zijne tegenwoordigheid bij het sluiten des verrags, als een' stelligen waarborg, verlangden. Ook waren het de wapenen der Turken niet, die onder hem onweêrstaanbaar waren, maar der Arabieren; de Turken waren toen nog heidensche Nomaden in onafhankelijk Tartarijë, hun vaderland. Op de 36,000 steden of sloten, door hem ingenomen, en de 3000 verwoeste kerken, zoo als (zekerlijk volgens Oostersche Schrijvers) hier verhaald wordt, zou ook nog wel iets af te dingen zijn. Op het Artikel Parthia wordt gezegd, dat het ten oosten aan Azië en ten zuiden aan de woestijnen van Paramanië grenst. Dit zijn twee erge drukfouten, zoo digt bij elkander, voor Arië en Karamanië, hoewel het laatste nog onjuist is; Karamanië ligt veel meer ten zuiden. Geheel onbegrijpelijk is het echter, hoe de Schrijver onder in dit Artikel zeggen kan, dat artaxerxes, sassan's zoon, den Parther
artabanus van den troon gestooten hebbende, ‘de Dynastie der Sassaniden op den troon plaatste van het nieuwe Perzische Rijk, waarop zij tot heden gebleven is.’ Dit is een Anachronismus van 1200 aren: want omstreeds 650 werd immers de troon der Sassa-