Nieuwe Zedekundige Uitspanningen van Vincent Loosjes. Te Haarlem, bij de Wed. A. Loosjes, Pz. 1824. In gr. 8 vo. 199 Bl. f 2-40.
Negen redevoeringen of voorlezingen, in een of ander letterkundig gezelschap, worden ons hier aangeboden; de titel wenkt op vroegere soortgelijke verzameling van denzelfden schrijver, waarbij hij echter den oorspronkelijken vorm meer had doen wegvallen, dien hij hier geheel heeft behouden. Dit boekdeeltje staat echter op zichzelve, en heeft met het vroegere geen verband. Dit mogen wij ook van ieder der hier verzamelde voorlezingen zeggen. De schrijver schijnt van zoodanige voorlezingen een liefhebber, en wijdt eene derzelve hier geheel aan de aanwijzing van het nut der Verhandelingen. Alle deze stukjes zijn gemakkelijk, ordelijk, doorgaans onderhoudend, nu en dan luimig. Zij hebben zeer weinig, dat min kiesch, en volstrekt niets, dat onzedelijk is. Wij vonden bij eene (wij moeten het zeggen) nog al groote, zoo niet wel eens te groote, oppervlakkigheid evenwel menige aanleiding tot nadenken en menige nuttige les. De meesten behandelen spreekwoorden. Wij willen de titels opnoemen: I en II. Onze jaren, schulden, vijanden en gebreken. III. Dirk volkertszoon koornhert als mensch beschouwd. (Dit stuk is ons boven de anderen, en zelfs bij uitnemendheid, bevallen. Den Bilderdijkianen wordt hier mede een waar woord gezegd.) IV. De Verveling. V. Het nut der Verhandelingen. VI. De Boter. VII. De beste Stuurlieden. VIII. De Renegaten. IX. De Katten.
Aan hen, wien zoodanige voorlezingen bij het aanhooren behagen, zal ook deze verzameling van soortgelijke redevoeringen, als men daar doorgaans hoort, wel bevallen; en die lust heeft, om ook eens te verhandelen, zal hier vrij goede en gemakkelijke voorbeelden vinden. Op de taal hebben wij geene aanmerking; alleen vonden wij hier den vierden naamval in plaats van den eersten gebruikt, b.v. den oorsprong laat zich gemakkelijk ontdekken, bl. 160; zeldzaam, echter, ontmoetten wij soortgelijke taalfout.
Boekbesch. No. II, bl. 59, reg. 19, staat ympte vóór ter wisga, in plaats van vóór klaasz.
Boekbesch, No. II, bl. 93, reg. 19, staat Recensent No. XII, moet zijn No. XI.