Studenten-Almanak. 1826. Te Leyden, bij L. Herdingh en Zoon. In kl. 8vo. 141 Bl. f 1-30.
Ook deze jaargang geest ons weder een zeer gunstig denkbeeld van den geest, die onder de studerende jeugd aan 's lands eerste Hoogeschool heerscht. Men vindt onder de dichtstukjes, die dezen Almanak (welke, zelfs tot zijne naauwkeurige berekening der Zon- en Maan-eclipsen in dit jaar, alleen het werk van Studenten is) versieren, en verscheidene, welke den dichterlijken aanleg van derzelver makers even veel eer aandoen, als alle loffelijk zijn voor hunne zedelijke en vaderlandlievende denkwijze. De uitboezeming bij het 250 jarig bestaan der Hoogeschool kenmerkt den waarachtigen jeugdigen dichter, die alleen beschaving en besnoeijing noodig heeft, om eenmaal lof en eer in te oogsten; en de Latijnsche treurzang op den dood van den jeugdigen van der