op den Prins van Oranje en zucht tot eigene verheffing daarbij eene rol speelden. Het was deze afval, die eerst de partij der Malcontenten voortbragt en stijfde, naderhand de Walsche Gewesten, en eindelijk bijkans geheel Vlaanderen, onder het gezag van Spanje en de Roomsche Kerk terugvoerde. Men had dus tot hiertoe algemeen gedacht, dat deze Unie door de Staten der Zuidelijke Gewesten alleen gesloten was; maar uit het oorspronkelijke stuk en de Notulen der Staten Generaal zien wij, dat ook Holland en Zeeland, hoewel onder zekere voorwaarden en voorbehoudingen, daarin deel namen, (bl. 125-136.)
Men ziet dus, dat dit werk, hoewel op eene kleinere schaal, gedeeltelijk in den vorm van te water's bekende Geschiedenis van het Verbond der Edelen gesteld is. Ook hier zijn de berigten omtrent de personen, gelijk in dat doorwrochte werk, met naauwkeurigheid en ongemeene vlijt bijeenverzameld. Dit stuk heeft eene bijzondere waarde in onze dagen, waarin Jezuiten, vreemde Zendelingen en dweepers, tot uit Ierland toe, de inwoners der Zuidelijke Gewesten, onder godsdienstige voorwendsels, tegen hunne vaderlijke Regering trachten op te zetten, en gaarne eenen nieuwen burgeroorlog zouden stoken. (Heeft niet de Ier o'connor te Dublin reeds veelbeteekenend van bajonetten gesproken?) Maar de tijden zijn veranderd, en de woelgeesten hebben geen' parma. Altijd, nogtans, blijft het nuttig, door beschouwing van het voorledene voor de toekomst te waarschuwen, en de heillooze gevolgen van godsdienstige twisten en verdeeldheden voor de vrijheid, onafhankelijkheid en welvaart van een land aan te toonen. Zij alleen hebben de Zuidelijke Gewesten, van den frisschen stam afgerukt, de dehalve Eeuw onder vreemden doen wegkwijnen, en, nu eindelijk deze wonde begint te heelen, zouden vrienden dier twisten zoo gaarne de eens zoo welgelukte proef herhalen. Moge het hun nimmer gelukken!
Wij wenschen, dat de Heer de jonge ons nog op meer soortgelijke vruchten zijner onvermecide nasporingen onthale.