Jaarboekje aan Bevalligheid, Deugd en Kunst gewijd. 1826. Te Amsterdam, bij M. Westerman. f 2-50.
Lezer en Uitgever zien, dat ons slechts weinig plaats rest; en wij begrepen, dat een enkel woord, nu, hun welkomer zijn zou, dan een breeder verslag eene gansche maand later. Wel dan, wij doorbladerden het boeksken met genoegen, ons eene meer gezette lezing voorbehoudende; maar zoo veel durven wij zeggen, dat het geenszins beneden vorige jaargangen staat naar stof en vorm, en dat men het, ook na de lectuur der zoo even aangekondigden, met voldoening kan beschouwen en gebruiken.