Nieuwe Provinciale Brieven, geschreven door een' Provinciebewoner aan een' zijner Vrienden, over de Gebeurtenissen van den tijd. Naar het Fransch. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1825. In gr. 8vo. 127 Bl. f 1-25.
‘De nieuwe Provinciale Brieven zijn staat- en zedekundige brieven. De titel van het werk van pascal verpligtte den Schrijver niet, hetzelfde onderwerp te behandelen. Het is genoeg, om dezen titel te kunnen gebruiken, dat de brieven door een' provinciebewoner geschreven zijn.’ Dit korte berigt zegt ons genoeg; ook, dat er eene fout in de omschrijving van denzelven gevonden wordt: het zijn brieven aan, niet van een' provinciebewoner. Deze antwoordt slechts een paar keeren, ten slotte vooral het resultaat opmakende, en met eene en andere bijzonderheid van het land vermeerderende. In de andere brieven vinden wij bijzonder de redeneringen, de inzigten en wenschen van twee vrienden des briefschrijvers, den een' koningsgezind, den ander' liberaal; en wij kunnen niet ontkennen, het een en ander belangrijk, maar vooral de ontdekkingen van eerstgenoemden zeer opmerkelijk gevonden te hebben. Men behoeft trouwens naar het doel van dit boekje niet te gissen. Het strekt, om de tegenwoordige zegepraal der ultra's, de onregtvaardigheid en verderfelijkheid van dezelve, en vooral de nietigheid en laaghartigheid der Ministers, die hun deze overwinning bezorgd hebben, in het ware, althans in een zeer hatelijk daglicht te stellen. De koningsgezinde spreekt als een regte edelman, die niets anders noch meer dan zulk een wel hergebragt voortbrengsel der donkere middeleeuwen is, inderdaad met alle naïveteit, en met de gladde tong van eenen slimmen, schoon geheel ongeleerden Franschman. De liberaal is geschiedkundige en wijsgeer. Hij beschouwt de magt van den adel als eene aristocratie, even gevaarlijk voor den Koning als voor het volk en is tevens een groot vijand van het kerkelijk gezag, zoodat hij zelfs geene duurzame vrijheid mogelijk acht, waar de Roomsche godsdienst den invloed van Paussen, priesters en Jezuiten toelaat; onze Koning ontvangt hoogen en welverdien-