Uit deze zijne werkzaamheden werd hij echter gerukt door den opstand zijner landgenooten tegen de hemeltergende dwingelandij der Turken. Naauwelijks verneemt hij den nood zijner broederen, of hij ijlt naar zijn vaderland, en schaart zich onder de vanen van ypsilanti. Bij iedere gelegenheid streed hij met de grootste onversaagdheid, en werd met roem en wonden overdekt. Doch, helaas! door de overmagt der toen zegevierende Muzelmannen uiteengedreven, zwierf hij met acht der zijnen, aan het grootste gebrek ter prooije, in het gebergte rond, tot dat een nieuwe opstand zijner landgenooten hem gelegenheid gaf, weder onder de vanen van het kruis en der vrijheid te strijden. Nu vocht hij nog met des te meer woede, en dreef, met afwisselend krijgsgeluk, de zijnen door zijnen voorgang aansporende, den wreeden vijand op de vlugt. Om zijne bekwaamheden geroemd, werd hij weldra tot Bevelhebber eener kleine bende, die den vijand onophoudelijk in het gebergte moest verontrusten, verkozen; welken post hij met de dapperheid van eenen soldaat en met de schranderheid en het beleid van eenen Veldheer vervulde.
Eens 500 krijgsgevangenen met 70 der zijnen zullende transporteren, en begaan met het lot dezer ongelukkigen, liet hij hen, onder belofte van ondergeschiktheid, dewijl zij toen op het vlakke land marcheerden, ongeboeid loopen; doch bijna tot zijn verderf: na verloop van twee dagen werd hij met de zijnen door hen, op een gegeven teeken, aangegrepen; verscheidenen dezer trouweloozen klieft hij zelf den kop; maar, voor de overmagt moetende zwichten, wijkt hij al vechtende; reeds zag hij 23 der zijnen ellendig omgebragt, terwijl zijne vijanden zich met de wapenen der gesneuvelden versterkten, en hem daardoor des te gevoeliger slagen toebragten; hierdoor aangemoedigd, vervolgen zij hem, in hope van hem gevangen te zullen nemen; slechts nog 15 der zijnen overhebbende, ontmoet hij, in dezen hoogen nood, eene stroopende bende Grieken, valt, zich met deze vereenigd hebbende, op de Turken aan, verslaat hen, en neemt de overigen gevangen. Doch hier kenschetste zich de ware held. Woedend in het gevecht, zachtmoedig na hetzelve, schenkt hij lijfsgenade aan hen, die hem zoo trouweloos behandeld hadden, en volbragt nu zijne zending. Nu ook in een' hoogeren rang geplaatst, leveren de Thermopylen een duurzaam gedenkteeken zijns roems op. Aldaar het indringen der Ongeloovigen zullende beletten, verdeelt hij zijn