Kuischheid der Jezuiten.
(Uit het Fransch.)
Veel heeft men op de Jezuiten gescholden. Lastertongen hebben verspreid, dat deze Vaders niet kuisch waren; vrouwen hebben het tegendeel verzekerd, en eene uitspraak van het Parlement van Bretagne heeft de zaak uitgemaakt; ziehier te welker gelegenheid: Het Priorschap van Civré maakte een deel uit van de dotatie van het Collegie van Rennes, geschonken aan de Vaders van de Compagnie de Jésus. Uit kracht van een Heerenregt (droit Seigneurial) was elke nieuwgetrouwde verpligt geweest, op den feestdag van het Priorschap, den Prior-Heer te gaan kussen. Op het groote plein, waar de Monnik zijne Vazallen op eenen troon opwachtte, moest deze daad van leenroerigheid worden uitgeoefend. De zedigheid der Jezuiten vergunde hun niet, zich in het bezit te stellen van dusdanig regt; waarom zij verklaarden, dat hetzelve zou kunnen worden afgekocht voor vijf sous, of voor eene waskaars van vieren. Zou men het gelooven, dat zulk een voorstel niet werd aangenomen? Welverre van daarin toe te stemmen, wendden de schatpligtigen voor, dat de Heer het regt niet had, om de natuur der schatting te veranderen. De vrouwen zeiden, dat het haar minder kostte, een' kus te geven, dan eene waskaars; de mannen, dat een kus van hunne vrouwen geene vijf sous waard was. Men werd warm, men pleitte, en, na verloop van veertig jaren, kwam de uitspraak, die, het voorgestelde vergelijk handhavende, regt deed op het verzoek der Leenheeren, en de Jezuiten ontsloeg van de belemmering, om (dus luidde het woord dier uitspraak) personen te omhelzen, die niet van hunne sekse waren!...