Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1825
(1825)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 216]
| |
Eenige aanteekeningen, over het kabinet van vergelijkende ontleedkunde, te Parijs.(Vervolg van bl. 175.)
In de zevende kamer vindt men alles, wat tot de hersenen, de zintuigen en het geheele zenuwstelsel betrekking heeft. Men ziet hier de hersenen van vele soorten der vier bovenste dierklassen; maar men kan er niet veel aan studeren: het vocht is dikwerf troebel, en met een sterk bezinksel op den bodem van het glas, dat bij het uitnemen uit de kasten zich door de geheele flesch verspreidt, zoodat men bijna niets kan onderscheiden. Ik acht het ook onnoodig, alle deze preparaten op te noemen. Men vindt hier de hersenen van die Hottentotsche vrouw (Vénus Hottentotte), waarvan men beneden het skelet geplaatst heeft, zoo als ook in de achtste kamer haar darmkanaal in eene flesch op liquor bewaard wordt. Men vindt hier ook de hersenen van den Orang-outang en meer dan 20 andere flesschen met hersenen van apen. Ook de hersenen en het ruggemerg bij den Ouistiti (simia jacchus), geprepareerd door den Heer. desmoulins. Het geheele dier is in de flesch. - Onder de pathologische gevallen merk ik op de hersenen van een paard, waarin eene der gezigtzenuwen vóór en na de kruising kleiner (dunner) is dan de andere. Onder de hersenen van vogels vindt men ook die van den struisvogel en Casuaris. De preparaten van het oog zijn zeer talrijk, hoewel niet allen even goed. Deze verzameling begint met eenige preparaten van artisiciéle anatomie. Als eene der beste opspuitingen moet ik het oog van een hert vermelden; de choroïdea is zeer fraai, even zoo het oog van een' bok, waarvan de sclerotica is weggenomen. Wijders ziet men hier ook beenstukjes in de sclerotica van een Scomber thynnus. Hierop volgen preparaten van het gehoor-orgaan, die | |
[pagina 217]
| |
ik zoo naauwkeurig mogelijk nazag. Er zijn zeer goede preparaten van het beenige gehoor-orgaan bij den mensch in twee bakken achter glas. Eenige dergelijke bakken bevatten dergelijke preparaten bij onderscheidene zoogdieren; een paar bakken waren met de gehoor-organen van volgels opgevuld. In een' bak vond men eenige preparaten van het gehoor-orgaan van de schildpad, en eindelijk in een' anderen eene suite van steentjes van het gehoor-orgaan bij de visschen. Geoffroy meent in goeden ernst, dat men deze steentjes met de krijtachtige zelfstandigheid moet vergelijken, die men somtijds in het inwendig oor bij den mensch, vooral als gevolg van eene verouderde lues syphilitica, aantreft; eene stelling, die mij eenigzins gewaagd en hoogst onwaarschijnlijk voorkomt. Vervolgens ziet men hier preparaten van de huid, de haren, nagels, vederen enz., als zoo vele wijzigingen en voortbrengsels der opperhuid. Hieronder was ook eene soort van hoorn, die, volgens de etiquette, op de linker zijde van het voorhoofd van eene vrouw van 80 jaren groeide. Het voorwerp was meer dan twee duimen lang, rond, hard, spiraalvormig gedraaid, van eene ligte geelachtige kleur, en met eene gestreepte oppervlakte. Voorts ziet men hier nagels van onderscheidene zoogdieren, en van allerlei dieren schubben, pennen, haar, vederen enz. Hierop volgen de preparaten van het smaak- en reuk - orgaan, die echter weinig in getal zijn, en eindelijk eenige neurologische preparaten, waarvan ik er sommige wil opnoemen. Préparation du nerf de la 'cinquième paire chez l'homme. Tète de Coati roux pour montrer les nerss de la face. Le grand nerf sympathique d'un tigre, - d'un phoque, - d'un eygne. Het ruggemerg en stukken van onderscheidene zenuwen van verschillende zoogdieren. Moëlle épinière de la Baudroye, coupée à deux pouces de distance du cervelet, point où commence la queue de cheval, préparé par M. desmoulins. Een zeer | |
[pagina 218]
| |
schoon en belangrijk preparaat; bij Orthagoriscus mola moet het ruggemerg nog korter zijn. (Arsaky bij carus Versuch einer Darstellung des Nervensystems, 1814. 4o. S. 127.) Ook de osteologie en de geheele overige structuur der visschen in het algemeen levert vele blijken op, dat alle organen in de nabijheid van den kop in een kort bestek zijn te zamen gedrongen. Nerss de huitième paire et spinaux du Cotte grognant. Préparations des nerfs de la tête de la Morrhue. Drie preparaten van de zenuwen van het hoofd van de Muraena conger. Het zenuwstelsel van de Mur. conger van de bovenzijde gezien, geprepareerd door den Heer desmoulins. Wijders ziet men in deze kamer de volgende stukken: Een waspreparaat van de zenuwen, die naar de oogholte gaan, bij den mensch. Een ander van de zenuwen en spieren van het aangezigt; meesterlijk! door clemente susini, Firenze, 1797. Een Apollo-hoofd. De buste van gall. Een pleisterkop voor de leer der organen van gall. Visage d'un matelot indien, moulé au Havre en 1818, et donné par M. duvaucel. Tête du chef d'une nation de la Nouvelle-Zélande, par M. walter buchanan; een dergelijk hoosd, medegebragt door freycinet, 1820; een derde zonder bijschrift. Twee Negerkoppen van pleister. Eenige slechte waspreparaten van de hersenen, enz. In de achtste kamer zijn ingewanden en het darmkanaal van onderscheidene zoogdieren en vogels. Aan deze preparaten heeft men, zoo als ze daar staan, niet veel, daar ze in flesschen gestopt zijn, en men dus over de lengte van het darmkanaal, en over de betrekkelijke grootte van deszelfs verschillende deelen, niet kan oordeelen. - Leerzamer zijn dergelijke preparaten van amphibiën. Deze, veelal kleinere, dieren vindt men hier geheel in de slesch, | |
[pagina 219]
| |
en de buik- en borstholte is geopend, zoodat men de betrekkelijke ligging der onderscheidene deelen juist kan nagaan. Als een goed preparaat merk ik op: Lézard vert piqueté, dont les poumons sont injectés par M. mazzi de Sienne. Tétard de Jackie ouvert (Rana paradoxa.) Het darmkanaal maakt vele spiraalvormige windingen, gelijk bij onze vorschpoppen. L'Axolotl des Mexicains (Siren pisciformis), ouvert pour montrer les poumons et les branchies. Hier vindt men de kiembogen der visschen weder. Ovaire et testicule de deux Lamproies pêcheés le même jour et presentés à l'Inslitut, le 27 Mai 1822, par M.M. magendie et desmoulins. Home meent, dat de Petromyzon en Myxine hermaphroditen zijn. (Philos. Transact. for the year 1815, p. 265 sqq.) Hoewel deze meening op eene misvatting schijnt te berusten, zoo waren toch echter nog nooit bij deze dieren de testes door de ontleedkunde aangewezen; altijd vond men ovariën. Het is eindelijk den Heere magendie gelukt, te gelijker tijd twee individuën van Petromyzon te vinden, waarvan het eene sterk ontwikkelde eijerstokken aanbood, het andere, dat een vijfde grooter was, een orgaan bezat, dat, even gelijk de eijerstokken, de gedaante van een' langwerpigen druiventros had, en ook wel door plaatjes inwendig verdeeld was, maar waarin deze plaatjes anders geplaatst waren, en niet in eene dwarsche, maar zeer schuinsche rigting liepen. Meckel meent ondertusschen, dat dit orgaan zeer wel een eijerstok, die zich ontlast had, konde wezen. (Archiv für die Physiologie, VIII, S. 241, 1823.) Hoe het zij, de Petromyzon is waarschijnlijk even min hermaphrodit als de overigevisschen; en, zoo men tot nog toe geene mannelijke individuën ontleed heeft, kan dit zeer wel zijn, doordien bij de lampreijen, die met de wormen in zoo vele andere opzigten overeenkomen, ook, gelijk bij deze dieren, de wijfjes in veel grooter getal dan de mannetjes voorhanden zijnGa naar voetnoot(*). | |
[pagina 220]
| |
In het geheel is deze verzameling zeer rijk aan preparaten van de ingewanden der visschen. Hierop volgen gedeelten van het darmkanaal van onderscheidene dieren, en eenige weinige preparaten van de verschillende tunicae. - Belangrijk was mij een stuk van den slokdarm van de Testudo coriacea, medegebragt van het eiland Ceylon door den Heer lechenault, 1822. De oesophagus van de zeeschildpadden is met harde kegelvormige tepeltjes bezet, die naar achteren gekeerd zijn. (Cuvier, Leçons d'Anat. comp. III. p. 412.) Deze tepeltjes zijn hier hoornachtig, zeer lang en spits. Men vindt hier ook stukken van het net- en van het buikvlies bij den olifant, en de lever van eenige dieren. - In deze kamer zijn ook eenige waspreparaten. Een klein preparaat verbeeldt een lijk, dat begint te rotten. De blaauwgroene kleur van den buik en het magere van het geheel stelt de natuur goed voor. Voorts zijn hier waspreparaten van de myologie en splanchnologie van een' haan, en de anatomie van een kuiken. In de negende kamer vindt men vooreerst harten van onderscheidene zoogdieren; vervolgens harten en longen van vogels en tweeslachtige dieren, en de harten van eenige vischen. Zij zijn bijna alle zonder opspuiting bewaard. Daarna volgen (als preparaten van het systema circulationis) opspuitingen van de ledematen en van het hoofd bij kinderen, en eenige andere opspuitingen, waaronder eene injectie van de oorschelp bij het gewone hert, die zeer fraai is. Hier zijn ook eenige drooge preparaten, vervaardigd door mertrud. Het zijn opspuitingen van de nieren, longen en de lever, en het parenchyma is weggecorrodeerd. Een waspreparaat van den ductus thoracicus bij den mensch is zeer middelmatig. | |
[pagina 221]
| |
Hierop volgen preparaten van het strottenhoofd en de tong van eene menigte zoogdieren, ook van vogels, tweeslachtige dieren en visschen. Nieren van onderscheidene zoogdieren, ook waspreparaten hiervan. Andere glandulae, zoo als de maxillaris, parotis; ook de mammae van eene vrouw, van de Vénus Hottentotte (zeer ontwikkeld) en van een' olifant. Zwemblazen van visschen, meest op liquor. Wijders ziet men hier de organa generationis bij de vier klassen der gewervelde dieren, eerst achtereenvolgens die der mares, dan die der seminae. Waarom men niet liever de mannelijke en vrouwelijke deelen van elke soort bijeen heeft gezet, hetwelk het overzigt gemakkelijk zoude maken, weet ik niet. Het is toch niet goed al te streng af te scheiden, en daarbij is het onbetwistbaar, dat de voortplantingswerktuigen bij de beide seksen in een zeker verband staan en elkander gelijken; dit bewijst de ontwikkeling van het soetus; dit bewijst de vergelijkende zoo wel als de ziektekundige ontleedkunde. Ondertusschen zijn de beschrijvingen dezer werktuigen even zoo gerangschikt in de Leçons d' Anatomie comparée van cuvier; en elk, die mijne aanteekeningen tot hiertoe gevolgd heeft, zal reeds bemerkt hebben, dat dezelfde verdeeling, die in dit onschatbaar werk gevolgd is, ook in deze verzameling is in acht genomen; en de orde in dit werk moest uit deszelfs aard meer anatomisch dan physiologisch zijn. Onder de organa generationis waren ook die van de Vénus Hottentotte. De beroemdes oemmerring schreef mij in Julij 1823, dat hij in den buik van een Cobitis anableps drie zeer ontwikkelde jongen gevonden had, en dat dus deze soort even zoo zeer vivipara is als Blennius viviparus. Ook hier zag ik bij een preparaat van de organa generationis feminina van dit dier een klein vischje, dat men denkelijk in dit exemplaar gevonden heeft. Op de preparaten van de voortplantingswerktuigen volgen er eenige, om de ontwikkeling van het foetus op te helderen. Deze verzameling is zeer rijk, vooral voor zoog- | |
[pagina 222]
| |
dieren. Voorts is er eene suite van de ontwikkeling van het bebroede ei. Hierop volgen de tweeslachtige dieren. Onder dezelven zij het mij vergund, de volgende preparaten op te noemen: Oeufs de Chélonée (in eene flesch); zij hebben eene harde en witte schaal. Jeune tortue de mer, dont le plastron a été enlevé pour laisser voir les viscères. La vésicule ombilicale remplie de matière émulsive tient à l'intestin par unpédicule très apparent; on voit aussi l'ouraque, qui va s'ouvrir dans la vessie encore distendue par l'urine. Jeune foetus de tortue, dont le plastron, ouvert pour laisser voir la vésicule ombilicale, son pédicule et ses vaisseaux, n'est encore qu'une membrane. La partie postéricure de la carapace est retournée, de manière à permettre aux membres postérieurs d'être couchés sur le dos de la jeune tortue, pendant qu'clle est renfermée dans l'oeuf. Dit is zeer belangrijk; ik weet niet, of het bekend is, maar voor mij was het nieuw. Het schild is naar boven omgeslagen, en de bovenste oppervlakte van de pooten ligt op den rug, terwijl derzelver onderste vlakte naar boven gewend is. In het geheel neemt het foetus in het ei (dat der zoogdieren in deszelfs vliezen) de minstmogelijke ruimte in, en hierdoor wordt deszelfs ligging bepaald. Foetus de crocodile vulgaire (Croc. niloticus); idem de crocodile à museau effilé. Foetus en eijeren van Gecko, enz. Ook zijn hier vele preparaten voor de ontwikkeling en metamorphose der kikvorschen. Men vindt hier ook een skelet van eene vorschpop. Het is nog kraakbeenig, en bestaat enkel uit het cranium en de ruggraat. Ribben ontbreken er aan. Men ziet dus hier het pars essentialis sceleti. Het cranium is breed, en draagt van onderen de kieuwbogen. Het biedt eene treffende overeenkomst aan met het cranium der roggen en haaijen. Foetus de Boa. Foetus de couleuvre dont la vésicule ombilicale n'est plus qu'un gros coccum. Les vaisseaux ombilicaux renfermés | |
[pagina 223]
| |
dans une gaine, que leur fournit le cordon, se bifurquent pour aller se distribuer à l'alantoïde. Wijders ziet men hier ook eenige foctus van visschen, vooral van Silurus en Cobitis, en eijeren van roggen. Deux soetus de Seiche. Entre les tentacules de celui, qui est dans sa coque, on voit la vésicule ombilicale. Dit navelblaasje hangt met het foetus door eene verlenging van den slokdarm te zamen. Het was aan aristoteles reeds bekend. Deze berigt ons, dat, wanneer zich de jonge zeekat uit het inwendige witte gedeelte van het ei gevormd heeft, zij eindelijk het vlies vaneenscheurt en uitkruipt. Dit witte in het ei verschijnt eerst als eene hagelkorrel, als het wijfje gelegd heeft. Hieruit wordt de jonge Sepia gevormd, en wel het eerst aan den kop (ἐκ γὰς τούτον τὸ σηπίδιον ϕυέται ἐπι κεϕαλην), gelijk de vogels met hunnen buik daaraan bevestigd zijn; hoe eigenlijk hier deze zamenhang met de navelstreng was, wist men niet; maar het was zeker, dat, terwijl het foetus in grootte toeneemt, tevens ook het wit afnam, tot dat het eindelijk (gelijk de dojer in het vogelei) geheel verdwijnt. (Hist. Anim. V. 16.) Ook vindt men hier nog eenige eijeren van mollusca, meest zonder etiquetten. Boven de deur staan drie artificiéle preparaten van de vaten in ijzerdraad. Een van de venae en arteriae tevens, bij eenen volwassenen mensch; een ander van de arteriae; een derde van de venae afzonderlijk, bij een kind. Eindelijk zijn hier, op twee tafels, onder glazen stolpen, preparaten van de magen en het darmkanaal van onderscheidene zoogdieren. Derzelver vaten zijn opgespoten.
(Het vervolg en slot hierna.) |
|