Aan mevrouw ***, wie mijne zucht voor antiquiteiten belgde.
Mijn smaak voor de Oudheid, zoo mishaaglijk in uw' zin,
Is 't zedig zinnebeeld van mijne kuische min.
Die liefde voor Antiquiteiten,
Moet zij, bij U, niet voor mij pleiten?!
No. III, Meng. bl. 104. laatste reg. plaatse men eene comma achter het woord belooft.
Ibid. bl. 139. reg. 5 v.o. staat eigenwijs, lees eigen wijs.
Ibid. bl. 149. coupl. 2. reg. 2. staat zoog, in plaats van toog.