Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1825(1825)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Zouden er meer zulke weeuwtjes zijn? Mijn buurvrouws man werd krank en stierf. Zij scheen wanhopig; elk was met haar smart bewogen: Ik sprak, opdat zij troost verwierf, (De tranen stonden mij in de oogen:) ‘'k Beklaag u. Gij verloort wel veel?’ Haar antwoord, regt sentimenteel, Terwijl haar suikken 't huis vervulden, Was: ‘Ja, Mijnheer! In 't jaar ruim vijftienhonderd gulden.’ Vorige Volgende