len tot bereiding van gistenden drank (ava) te vernietigen, en die bereiding, op straf van ballingschap, te verbieden. (Het distilléren hadden zij van eenige Engelschen geleerd.)
Cook, die onwaardeerbare vriend en weldoener van dit eiland, is door de dankbare Taïtiërs als eene Godheid vereerd; doch deze buitensporige eerbied, die aan den grooten man menig menschenoffer had doen toebrengen, heeft ook met de invoering des Christendoms opgehouden. Thans zijn de Zendelingen de weldoeners van het eiland. Een hunner bereidt suiker (het suikerriet van O. Taïti is voortreffelijk), en het Zendelinggenootschap heeft eenen wever derwaarts gezonden, om den inwoneren het bereiden onzer lijnwaden te leeren. Zij dragen reeds veel de Europesche kleeding. Hoeden, in navolging der Engelsche stroohoeden, staan der vrouwen zeer wel.
Het is merkwaardig, dat er op alle de Gezellige Eilanden thans ingeschreven wordt ten behoeve van het Zendelinggenootschap. De Westmoreland, een vaartuig van 400 ton, werd door de inlanders gehuurd, en bijna geheel bevracht met hunne vrijwillige bijdragen, bestaande in kokosnoten, tarowortels, katoen, enz. Eene bijzonderheid van minder belang, doch die het sprookje wederlegt, alsof de Engelschen, door middel der Zendelingen, het eiland in bezit genomen, en dus de heiligste zaak slechts tot eenen dekmantel der heerschzucht gebruikt hadden, is deze, dat het eiland thans eene eigene vlag (rood met eene ster) heeft aangenomen, waarvan de Koningin, Weduwe van den bekenden pomarre, den grooten voorstander des Christendoms, de Engelsche Regering behoorlijk heeft doen verwittigen.
Dit is dan de eerste rijpe vrucht, die de pogingen van het in 1797 opgerigte Londensche Zendelinggenootschap hebben mogen dragen. De bekeeringen van eenen xaverius in Oostindië en Japan, en van andere Jezuiten in Paraguay, zijn zekerlijk in schijn talrijker; maar welk een Christendom leerden zij aan hunne nieuwelingen! Waren het meer dan namen en formulieren? Doch hier zien wij een beminnelijk Volk de eenvoudigheid zijner zeden behouden, en tevens de ondeugden en misbruiken, die het ontsierden en allengs vernielden, uitschudden, om zich door den besten Godsdienst geheel te laten geleiden. Hier kent men den boom aan de vruchten: godsdienstige, verstandelijke en zedelijke beschaving gaan hand aan hand. ‘Wie zou het ten tijde van cook hebben kun-