beste wijze, om Burgertooneelspelen voor onze Natie te vervaardigen, die een' regtstreekschen invloed hebben op de burgerlijke zeden. Uit een en ander, en ook uit het thans aangekondigde werk, blijkt genoegzaam, dat de Heer fardon een zeer vlijtig en letterlievend man geweest is. Geestige zedekunde was het voornamelijk, waarin hij behagen vond. Men ziet dit reeds aan de titels zijner Verhandelingen. Over de Wijsbegeerte, ten betooge dat ieder mensch bevoegd en verpligt is dezelve te beoefenen. Over de Onstoffelijkheid en Onsterfelijkheid der Ziel. Over het menschelijk Verstand. Het toekomend Jaar MMDCXXX, een profetische Droom. Betoog, dat de Mensch met zijn' staat niet tevreden kan zijn. Betoog, dat de Godsdienst niet noodzakelijk is. Het nut der Kwaadsprekendheid. Over de Nieuwsgierigheid. Onderzoek over de kennis van de waardij der dingen na derzelver gemis. Over de zucht tot uitblinken. 's Menschen verpligting om anderen nuttig te zijn. Over de Zedigheid. Redevoering over de redenen, waarom men trouwt; geschikt om ter vervrolijking van het gezelschap op eene bruiloft uitgesproken te worden. Over het berispen. Over den Nijd en de Wangunst. De voordeelen der Eenzaamheid. De Zelfverveling, een Droom. Over het spreken. Over de Beminnelijkheid. Over de Treurspelen. Over het beoordeelen van werken van vernuft. - Wij willen gaarne gelooven, dat deze Redevoeringen, Verhandelingen en Vertoogen, geschreven tusschen de jaren 1780 en 1790, in de vriendenkringen, waar ze gelezen zijn, zullen bevallen hebben; maar of geysbeek wèl gedaan hebbe, die in den jare 1824 alle uit te geven, is eene vraag, waarop het de mortuis nil nisi bene ons verbiedt te antwoorden.