Oude Verbond, ter ontwikkeling van den zin en inhoud der H. Schriften, de Profeten en Priesterstand noodig waren, (gij vat het wel, Lezer?) zoo is dit ook thans het geval. Het drieledig middel, om het gebruik van den Bijbel onschadelijk en allezins nuttig te maken, is, volgens den Schrijver, met andere woorden, en als wij wèl zien: zich geheelenal meester te maken van het onderwijs der jeugd; het openbaar onderwijs des volks in den Bijbel aan te wenden ter wering van zoogenoemd misverstand en misbruik; en eindelijk het doen vervaardigen en in omloop brengen van eene nieuwe, doelmatige overzetting en uitgave des Bijbels, met de noodige authentische sanction, dat zegt: goedkeuring en bekrachtiging. - Deze middelen zullen zeker beproefd bevonden worden, zoo men maar, met den Schrijver, de noodzakelijkheid en verpligting gevoelen kan, om zich aan elke uitspraak der Kerk omtrent iedere Bijbelplaats te onderwerpen, dewijl door het voorregt der onfeilbaarheid van den priester- en leeraarstand voor de eenheid des geloofs gezorgd is (!!!)
Indien nu de Kerk deze maatregelen in het werk stelt, en in alle mogelijke volkomenheid ten uitvoer brengt, dan mogen vrij Bijbelinrigtingen van allerlei soort opgerigt, en de Bijbel door alle Leeken in de Moedertaal gelezen worden, zegt de Schrijver; en iedere Roomschgezinde zegt daar immers amen op? Maar, als Protestanten, zien wij aan dit geschrift van den geleerden Doctor oberthür, (zou de man ook lid van zekere welbekende Societeit zijn?) dat het in de Roomsche Kerk nog bij ver of na geen dag geworden is, noch ook, vreezen wij, vooreerst nog worden zal.