waaraan zoo vaak te veel tijd gegeven werd, zoo het heette om de prosodie beter te leeren kennen, terwijl echter hermann, gaisford, boeckh, lange, appel en anderen genoegzaam getoond hebben, dat men, zonder zelf verzen te maken, ver, ja verder dan de Ouden, in de eigenschappen en natuur van rhythmus en metrum kan doordringen. Zij hadden eenig mistrouwen in eene kunst, waarin, reeds sedert ovidius, zoo veel wansmaak en valsch vernuft ingeslopen is; en wanneer zij zagen, dat het proza steeds onleesbaarder en walgelijker werd, terwijl de verzen leesbaar en dragelijk bleven, rees bij hen het vermoeden op, dat goed Latijnsch proza alleen voort kan komen uit een zuiver, onbedorven brein, hetwelk de natuur volgt, en weinig kunst noodig heeft; dat de Latijnsche verzenkunst daarentegen, met haren grooten toestel van prosodie en imitatie, geheel kunst kan zijn, en treffend naar poëzij kan gelijken, zonder dat de kunstenaar wezenlijk poëet is. Wij willen de gegrondheid van dit vermoeden, en de gevolgtrekkingen daaruit gemaakt, nu niet beoordeelen; maar de zaak der Latijnsche dichtkunst ware krachtiger te verdedigen met de voorbeelden van scaliger, muretus en anderen, geleerden in den geheelen omvang van het woord, en niettemin Latijnsche dichters. Voor het overige is dit geschilpunt geheel subjectief. Wie zich dichter gevoelt, make verzen, het zij hij zich in zijne moedertaal of in eene vreemde uitboezemt; doch wie als geleerde moet optreden, late zich niet door deze liefhebberij, vooral niet als kunstgefutsel beschouwd, wegslepen, of tot eene uitsluitende vooringenomenheid met de dichters verleiden.
Als bijdrage tot de letterkundige geschiedenis der Nederlanden is het werk van peerlkamp hoogstbelangrijk, en de geleerde wereld is hem opregten dank schuldig. Tot het leveren van bijvoegsels, index enz., die hij belooft met den tijd te zullen geven, wenschen wij hem eenige uren van uitspanning. De aard zijner bezigheden is geheel veranderd. De Leydsche Hoogeschool is het aan zijne onvermoeide werkzaamheid verschuldigd, dat de Geschiedenis aldaar naauwkeurig behandeld wordt. Zijn poëtische blik en zijne levendige en rijke voordragt maken zijn onderwijs geschikt voor de behoefte der leerlingen. Van deze gewigtige taak verpooze hij zich soms met de Latijnsche lier, zoo hij niet zelf, bij het diep en dieper indringen in de geschiedenis, ondervindt, dat